Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5917/GB, 20 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5917/GB                                                

Betreft [klager]            Datum 20 juli 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klager heeft een verzoek gedaan om vanuit de gevangenis van de Penitentiaire Inrichting (PI) Ter Apel in de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) van de locatie Norgerhaven te Veenhuizen te worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft dat verzoek op 17 januari 2020 afgewezen.

Klagers gemachtigde, [gemachtigde], heeft namens klager beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De beroepscommissie heeft klager, zijn gemachtigde en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft van het beroepschrift, de reactie op het beroepschrift en van de overige stukken kennisgenomen.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager woont al sinds zijn negende levensjaar in Nederland. Hij zit momenteel een tweejarige ISD-maatregel uit in de PI Ter Apel. In de PI Ter Apel bestaat geen ISD-afdeling, wordt geen begeleiding gegeven en wordt geen aandacht besteed aan zijn ISD-maatregel. Klager zou na zijn tweejarige ISD-maatregel vrij komen, maar hij heeft er een gevangenisstraf van 48 maanden bij gekregen. In eerste instantie was hij door de rechtbank vrijgesproken, maar in hoger beroep is hij – zonder enkel bewijs – veroordeeld.

In de PI Ter Apel is klager erg ver weg van zijn familie en vrienden. Het overgrote deel van klagers sociale netwerk woont in de omgeving van zijn woonplaats Hoorn in Noord-Holland. Daarom wenst klager een deel van zijn straf te ondergaan in een PI in deze regio. Wellicht zou hij het laatste gedeelte van zijn straf wel kunnen doorbrengen in de PI Ter Apel, maar het is nu voor klager erg belangrijk om de contacten met zijn netwerk te verbeteren. Momenteel ziet klager zijn netwerk niet of nauwelijks, vanwege de te grote reisafstand naar de PI Ter Apel en de te beperkte financiële middelen. De PI Ter Apel is momenteel ook niet met het openbaar vervoer te bereiken. Zelfs als aan klagers netwerk een reiskostenvergoeding zou worden toegewezen, blijft de reisafstand naar de PI Ter Apel te groot. Hierdoor krijgt klager onvoldoende mogelijkheden om goed te kunnen resocialiseren. In een reguliere gevangenis heeft klager recht op voorwaardelijke invrijheidsstelling (VI). Hierdoor heeft hij na detentie meer kans op het vinden van een baan en zal hij weer op het goede pad terechtkomen. Klager is ook gemotiveerd om een opleiding te volgen om zo na detentie zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Weliswaar heeft klager in de locatie Norgerhaven geen bezoek ontvangen, maar hij heeft daar maar kort verbleven. In de inrichtingen in de buurt van zijn woonplaats heeft hij elke week twee keer bezoek ontvangen. Klager betwist dat hij op 5 oktober 2019 en 30 november 2019 bezoek heeft ontvangen. De stelling van verweerder dat klagers familie met hem kan skypen, gaat niet op, omdat zijn moeder niet in staat is om dit moderne communicatiemiddel te gebruiken. Klagers moeder is een digibeet.

Klager voelt zich niet veilig in de PI Ter Apel, omdat bepaalde gedetineerden en beveiligers het op hem hebben gemunt. Het verblijf in de PI Ter Apel drukt daarom extra zwaar op hem.

Volgens de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) is er geen enkele mogelijkheid dat klager naar Somalië wordt teruggestuurd. Somalië is nog steeds geen veilig en stabiel land voor klager en Somalië en Nederland hebben onderling geen verdrag. Klager heeft geen Somalische nationaliteit en is stateloos. Hij is erg druk bezig om zijn Nederlandse papieren te krijgen, zodat hij bij zijn familie in Nederland kan blijven.

Klager realiseert zich dat in de situatie waarin hij zich bevindt gedetineerden doorgaans in de PI Ter Apel worden geplaatst. Toepassing van dit standaardbeleid leidt voor hem echter tot ongewenste gevolgen. Klager verzoekt daarom om een uitzondering te maken op het standaardbeleid en om hem over te plaatsen naar een PI in de omgeving van zijn woonplaats.

Standpunt van verweerder

Bij de plaatsing in een inrichting voor strafrechtelijk veroordeelde gedetineerde vreemdelingen heeft verweerder slechts één mogelijkheid, en dat is de PI in Ter Apel.

Vooropgesteld dient te worden dat bezoekproblemen inherent zijn aan het ondergaan van detentie. Deze vormen behoudens uitzonderlijke omstandigheden geen selectiecriterium. Hoewel niet zo vaak als gewenst, erkent klager een aantal keren bezoek te hebben ontvangen. Uit het selectieadvies blijkt dat klager bezoek heeft ontvangen uit Hoorn en daarmee is hij dan ook niet verstoken van bezoek.

Klager stelt zich niet veilig te voelen in de PI Ter Apel, maar hij heeft niet nader gemotiveerd om welke medegedetineerden en personeelsleden het gaat en wat voor gevaren zij met zich meebrengen. Hierdoor kan verweerder geen inschatting maken in hoeverre klagers plaatsing in de PI Ter Apel zijn veiligheid in gevaar brengt.

Klager stelt dat zijn moeder niet kan omgaan met moderne communicatiemiddelen zoals Skype. Niet aannemelijk is geworden dat klager alleen sociaal contact wenst met zijn moeder. Verweerder ziet niet in waarom klager niet via een ander familielid – dat wel in staat is om Skype te gebruiken – in contact kan komen met zijn moeder. Klager lijkt in beroep zijn overplaatsingsverzoek te wijzigen, omdat hij aangeeft overgeplaatst te willen worden naar een inrichting in de regio Hoorn en niet – zoals hij in het oorspronkelijke overplaatsingsverzoek aangaf – naar de locatie Norgerhaven.

Klager heeft geen bijzondere omstandigheden aangetoond op grond waarvan verweerder van het beleid zou moeten afwijken.

3. De beoordeling

Klager verbleef in de ISD van de locatie Norgerhaven. Op 25 juni 2019 is hij in de gevangenis van de PI Ter Apel geplaatst, omdat hij niet wilde meewerken aan interventies op het gebied van verslavingshulpverlening en omdat hij in Nederland geen rechtmatig verblijf heeft. Klager wil teruggeplaatst worden naar de ISD van de locatie Norgerhaven, omdat hij graag behandeld wil worden. Verder voelt klager zich onveilig in de PI Ter Apel en is de locatie Norgerhaven gemakkelijker te bereiken voor zijn familie en vrienden.

Op grond van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen (een VRIS-inrichting) gedetineerden geplaatst die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland (in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000) en die zijn gedetineerd op grond van:

-           voorlopige hechtenis (door een bevel van gevangenneming of gevangenhouding);

-           een vrijheidsstraf; of

-           een maatregel tot plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders.

Op grond van het derde lid van dit artikel kan hiervan worden afgeweken. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie moet daarvoor echter sprake zijn van uitzonderlijke omstandigheden.

De PI Ter Apel is op dit moment de enige reguliere VRIS-inrichting. Klager ondergaat op dit moment niet langer een ISD-maatregel maar een gevangenisstraf. Hij voldoet aan de eisen van artikel 20b van de Regeling. Hij moet dus in beginsel in de PI Ter Apel worden geplaatst.

In deze zaak is geen sprake van zodanig bijzondere omstandigheden dat moet worden afgeweken van artikel 20b, eerste lid, van de Regeling.

De beroepscommissie begrijpt klagers wens om dicht bij zijn netwerk gedetineerd te zijn. De bezoekproblemen zijn echter onvoldoende onderbouwd. Klager stelt dat de reisafstand voor zijn netwerk te groot is en de reiskosten te hoog zijn, maar hij heeft dit niet toegelicht. Daarnaast is in het selectieadvies van de locatie Norgerhaven aangegeven dat klager daar destijds geen bezoek heeft ontvangen. Het is verder niet duidelijk waarom klager niet in contact kan komen met zijn moeder via een ander familielid dat wel in staat is om Skype te gebruiken. Hoewel klager zijn netwerk niet zo vaak ziet als hij zou willen, is niet gebleken dat hij verstoken is van bezoek van zijn netwerk. Uit het selectieadvies blijkt immers dat klager in de PI Ter Apel tweemaal bezoek heeft ontvangen. De beroepscommissie ziet geen aanleiding om daaraan te twijfelen.

Voor zover klager stelt dat hij zich onveilig voelt in de PI Ter Apel, overweegt de beroepscommissie dat deze stelling niet is onderbouwd en ook niet op andere wijze steun vindt in het dossier.

Gelet op het voorgaande en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 20 juli 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, mr. M.F.A. van Pelt en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. S. van Noordt, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven