Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/7138/GV, 10 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/7138/GV                      

Betreft [klager]            Datum 10 juli 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 29 mei 2020, door tussenkomst van klagers casemanager, te kennen gegeven het verzoek van klager tot strafonderbreking niet (opnieuw) in behandeling te zullen nemen.

Klager heeft daartegen beroep ingesteld.

De beroepscommissie heeft klager, zijn raadsman mr. G.J. Boven, en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.

De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken, waaronder een nadere reactie van klager op de reactie van verweerder.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Klager heeft verzocht om strafonderbreking om zijn studie aan de Open Universiteit op een goede manier te kunnen voortzetten. Het verzoek is niet behandeling genomen, omdat er sinds klagers vorige verzoek geen sprake zou zijn van veranderde omstandigheden. Die zijn er echter wel. De tentamens zijn afgelast en vervangen door alternatieve tentaminering, de afdeling onderwijs is gesloten en het is niet mogelijk om online colleges te volgen. Ook heeft klager geen toegang tot de noodzakelijke juridische databases. Klagers opleiding is belangrijk voor zijn toekomst. De inrichting staat hier positief tegenover.

Standpunt van verweerder

Er staat geen beroep open tegen het niet in behandeling nemen van een verzoek.

3. De beoordeling

Op grond van artikel 72, tweede lid, van de Penitentiaire beginselwet (Pbw) heeft de gedetineerde het recht tegen een hem betreffende beslissing aangaande verlof, voor zover hiertegen geen beklag ingevolge artikel 60, eerste en tweede lid, openstaat, een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de beroepscommissie, als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Pbw. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie wordt een verzuim dan wel weigering een beslissing te nemen hieraan gelijkgesteld (RSJ 29 november 2018, R-18/1447/GV).

De casemanager heeft –  na overleg met verweerder – aan klager laten weten dat zijn verzoek om strafonderbreking niet in behandeling zal worden genomen, “omdat er geen onderbouwde gewijzigde omstandigheden zijn aangegeven” door klager. Deze mededeling wordt door de beroepscommissie aangemerkt als een weigering om een beslissing te nemen. Klager kan dus in zijn beroep worden ontvangen.

De beroepscommissie merkt op dat de wet de door verweerder gestelde eis om gewijzigde omstandigheden aan te dragen voordat op een nieuw verzoek kan worden beslist niet kent. Er is ook geen maximum verbonden aan het aantal verzoeken om strafonderbreking dat een gedetineerde kan indienen. Dat wil niet zeggen dat verweerder telkens nieuwe adviezen moet opvragen, maar hij dient wel een (inhoudelijke) beslissing te nemen op een dergelijk verzoek. De beroepscommissie oordeelt daarom als volgt.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij draagt verweerder op een beslissing op het onderhavige verzoek van klager te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent aan klager geen tegemoetkoming toe.

Deze uitspraak is op 10 juli 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, F. van Dekken en mr. J.M.L. Niederer, leden, bijgestaan door mr. P. de Vries, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven