Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5731/GM, 10 juli 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/5731/GM                       

Betreft [klager]            Datum 10 juli 2020

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

1. De procedure

Klagers raadsman, mr. W.N. Ramnun, heeft beroep ingesteld tegen het medisch handelen van de inrichtingsarts van de Penitentiaire Inrichting (PI) Vught (hierna: de inrichtingsarts). Klager beklaagt zich erover dat is nagelaten aan hem tijdig de juiste medische zorg te verlenen, door hem niet direct bij binnenkomst in de PI Vught te verwijzen naar de revalidatiearts.

De medisch adviseur bij het ministerie van Justitie & Veiligheid heeft bemiddeld. Het bemiddelingsverslag bevindt zich in het dossier.

De beroepscommissie heeft in deze zaak aanvankelijk aan partijen laten weten dat zij in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt ter zitting naar voren te brengen. De maatregelen die de overheid heeft getroffen in verband met het tegengaan van de verdere verspreiding van het coronavirus leiden ertoe dat het onduidelijk is wanneer behandeling op een zitting weer kan plaatsvinden. Daarom heeft de beroepscommissie in deze zaak alsnog afgezien van behandeling ter zitting en partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk hun standpunt kenbaar te maken. Dit ter bevordering van een afdoening van de zaak binnen een redelijke termijn met inachtneming van de belangen van partijen.

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Tijdens het verblijf van klager in de PI Sittard is zijn situatie achteruitgegaan. Klager heeft waarschijnlijk een herseninfarct gehad. Vanwege zijn medische situatie is klager onderzocht op de afdeling Neurologie en Radiologie. Klagers klachten werden in de PI Sittard serieus genomen. Er is daar besloten dat klager een nachtspalk en revalidatietherapie zou krijgen. Er is geen aanvang genomen met de revalidatie in Sittard omdat klager, op eigen initiatief, is overgeplaatst naar de PI Vught. De inrichtingsarts van de PI Sittard heeft aan klager een uitdraai van zijn medische gegevens overhandigd, met de bedoeling dat klager dit kon overleggen aan de inrichtingsarts in de PI Vught. Dat laatste heeft klager ook gedaan. Zijn verzoek tot revalidatie werd evenwel niet gehonoreerd. De medische straf deelde klager mee dat zij eerst zijn medisch dossier gingen opvragen bij de PI Sittard, terwijl hij dit dossier al had overhandigd bij binnenkomst. Het duurde minimaal vier tot vijf maanden voordat de PI Vught in het bezit is gekomen van het zelfde dossier als klager al had afgegeven. In deze periode heeft klager geen vorm van behandeling gehad die toezag op enige vorm van revalidatie. Ook is zijn gezondheidstoestand in deze periode verslechterd. Vanuit de PI Vught is een afwachtende houding aangenomen. Zij hadden echter direct contact moeten opnemen met de PI Sittard, zodat direct gestart kon worden met een eventuele behandeling. Alleen in dat geval zou gesproken kunnen worden van zorgvuldig optreden van de medische dienst. Dit is nu niet het geval. Het verzoek is dan ook het beroep gegrond te verklaren.

Standpunt van de inrichtingsarts

Nadat klager op 29 oktober 2019 was overgeplaatst naar de PI Vught, was op basis van het (ook door klager aangereikte) medisch dossier niet duidelijk of de verlamming van klagers linkerarm het gevolg was van een zenuwverlamming of van een herseninfarct. In het medisch dossier zat onder meer de uitslag van een spierzenuwonderzoek (EMG), waarin door de neuroloog werd geadviseerd een expectatief beleid te voeren. Voor een goede vraagstelling aan de revalidatiearts is het van belang om te weten of de verlamming een centrale – vanuit de hersenen of perifere – vanuit de zenuwen – oorzaak heeft. De verwijzing van klager naar de revalidatiearts is geëffectueerd, nadat de inrichtingsarts op 18 november 2019 de uitslag van het MRI-onderzoek had ontvangen. Na ontvangst van dit onderzoek is direct actie ondernomen. De inrichtingsarts heeft geen invloed op de wachttijd na een verwijzing, tenzij sprake is van een spoedindicatie. Dat is in dit geval niet aan de orde, nu de klachten al bestaan vanaf augustus 2019. Naast de doorverwijzing zijn er bij klager meerdere medische interventies gepleegd.

3. De beoordeling

Klager heeft bij zijn overplaatsing van de PI Sittard naar de PI Vught verzocht zijn revalidatietraject te starten. Klager heeft hierbij zijn medische gegevens vanuit de PI Sittard meegebracht naar de PI Vught. Volgens klager heeft een doorverwijzing naar de revalidatiearts te lang op zich laten wachten, nu er volgens klager voldoende medische informatie bekend zou zijn om klager te kunnen doorverwijzen.

Uit het dossier volgt dat klager tijdens zijn verblijf in de PI Sittard in augustus 2019 uitgebreid is onderzocht door een neuroloog, vanwege krachtsverlies in zijn linkerarm. Klager is na zijn overplaatsing in de PI Vught niet direct doorverwezen naar een revalidatiearts, omdat essentiële informatie van de neuroloog nog ontbrak. De inrichtingsarts heeft begrijpelijkerwijs gewacht op meer duidelijkheid van de neuroloog, dit vanwege een goede vraagstelling aan de revalidatiearts. Het was immers nog onduidelijk of het krachtverlies in de arm van klager werd veroorzaakt door een zenuwverlamming of door een herseninfarct. Uit de medische gegevens blijkt dat, nadat de inrichtingsarts de uitslag van het MRI-onderzoek had ontvangen, klager direct is doorverwezen.

Gelet op deze feiten en omstandigheden kan het handelen van de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de norm van artikel 28 van de Penitentiaire maatregel. Het is immers van belang dat voldoende medische informatie beschikbaar is, alvorens klager door te verwijzen naar een revalidatiearts. Daarbij neemt de beroepscommissie mede in overweging dat bij klager in de tussentijd diverse medische interventies hebben plaatsgevonden. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is op 10 juli 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

secretaris        voorzitter

Naar boven