Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0173/GB, 1 maart 2004, beroep
Uitspraakdatum:01-03-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/173/GB

Betreft: [klager] datum: 1 maart 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 januari 2004 – door tussenkomst van de beklagcommissie en het bureau selectiefunctionarissen –bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, gedateerd 19 januari 2004, van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 januari 2004 genomen – en op 16 januari 2004 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot overplaatsing.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 19 maart 2001 gedetineerd. Vanaf 22 oktober 2003 verblijft hij in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen Nieuw Vosseveld te Vught, hierna de jovo-gevangenis Nieuw Vosseveld, een inrichting met eenregime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 2 april 2002. Aansluitend dient hij een straf van drie weken te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijkev.i.-datum valt op of omstreeks 29 juli 2004. Daarna dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 10 dagen te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt de reactie van de selectiefunctionaris op zijn verzoek tot overplaatsing niet. Hij denkt dat er een fout is gemaakt. Het gaat hem niet om overplaatsing naar eenbeperkt beveiligde inrichting, maar om overplaatsing naar de jovo-gevangenis te Zutphen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft eerder om overplaatsing gevraagd, welk verzoek op 18 november 2003 werd afgewezen. Omdat het thans voorliggende verzoek binnen zes maanden na afwijzing van het eerdere werd ingediend, is klager, met verwijzing naarartikel 18, derde lid, Pbw, niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

4. De beoordeling
4.1. Artikel 18, derde lid, Pbw bepaalt dat indien een verzoek om overplaatsing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, Pbw is afgewezen, zes maanden na deze afwijzing opnieuw een dergelijk verzoek kan worden gedaan.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat een eerder verzoek om overplaatsing van klager op 18 november 2003 is afgewezen. Zij stelt voorts vast dat het thans in beroep ter beoordeling voorliggende verzoek dateert van 19 december2003; dit verzoek werd op 14 januari 2004 afgewezen.

4.3. Gelet op de onder 4.2 genoemde data heeft klager zijn thans in beroep ter beoordeling voorliggende verzoek binnen de in artikel 18, derde lid, Pbw genoemde termijn van zes maanden gedaan. Dat klager in zijn eerdere verzoekoverplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting beoogde en thans, volgens zijn beroepschrift, een horizontale overplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting (in Zutphen) beoogt, doet hier niet aan af. Deselectiefunctionaris heeft de beslissing tot het niet-ontvankelijk verklaren van klager dan ook terecht gegeven.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 1 maart 2004

secretaris voorzitter

Naar boven