Nummer: R-19/4747/GB
Betreft: [klager] datum: 31 december 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Y. Bouchikhi, namens [klager], verder te noemen klager, gericht tegen een op 11 september 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.
2. De feiten
Klager is sinds 10 augustus 2017 gedetineerd. Hij verbleef ten tijde van het indienen van zijn verzoek in de gevangenis van de p.i. Lelystad. Op 21 november 2019 is hij overgeplaatst naar de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (de BPG-afdeling) van de p.i. Vught.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek is afgewezen, omdat zijn plaatsing in de p.i. Lelystad de juiste zou zijn. Dat is onjuist. Klagers vestigingsadres ligt in Utrecht. In het arrondissement van de rechtbank Utrecht (niet van de gecombineerde rechtbanken in Midden-Nederland), ligt alleen de p.i. Nieuwegein. De Minister legt de verkeerde maatstaf ten grondslag aan zijn beslissing.
De Minister heeft onvoldoende rekening gehouden met alle in aanmerking komende belangen. Klagers vriendin is niet in staat naar de p.i. Lelystad af te reizen, doordat zij (na een ongeval) al enige tijd last heeft van een hersenkneuzing. De p.i. Nieuwegein ligt dichterbij zijn familie en zijn vriendin. De afwijzing voelt voor klager als een sanctie.
3.2. Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Uit de stukken blijkt dat klagers vriendin woonachtig is in Utrecht en niet in Rotterdam. Het is aan klager om aan te tonen dat zij niet tot reizen in staat is. Hij kan zich via zijn casemanager tot het bureau Individuele Medische Advisering (IMA) wenden om daarover een advies te verkrijgen. Daarna kan hij eventueel een nieuw verzoek indienen. Evenmin is gebleken dat klagers familie niet tot reizen in staat is.
4. De beoordeling
4.1. Klager heeft verzocht om overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein, omdat hij dan (vaker) bezoek kan ontvangen van zijn vriendin en familie.
4.2. Ingevolge artikel 25, zevende lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) worden gedetineerden die tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld, in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst. Indien in het arrondissement van vestiging geen gevangenis is aangewezen of geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst.
4.3. Klagers vestigingsadres ligt in Utrecht, in het arrondissement Midden-Nederland. De p.i. Lelystad en de p.i. Nieuwegein liggen beiden in dit arrondissement. Niet valt in te zien waarom zou moeten worden uitgegaan van het (voormalige) arrondissement Utrecht als aparte eenheid.
4.4. Het door de raadsman overgelegde medische stuk heeft betrekking op een vrouw, wonend in Utrecht. De medische informatie betreft de periode 2017-2018. Voor de periode daarna is de informatie onvolledig. Daarbij is in het selectieadvies van 30 augustus 2019 vermeld dat de vrouw van klager in Rotterdam woont en niet op bezoek is geweest. Klager ontvangt wel bezoek van familie en vrienden uit Nieuwegein. Op basis van deze informatie kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. M.R. van Veen en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 31 december 2019.
secretaris voorzitter