nummer: 04/39/GA
betreft: [klager] datum: 23 februari 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift , ingediend door mevrouw A.Kirsch, maatschappelijk werkende bij het Diakoniehaus te Keulen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 22 december 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Lunette van de penitentiaire inrichtingen Achterhoek te Zutphen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn gemachtigde, mevrouw A. Kirsch, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft
1.1. een disciplinaire straf d.d. 5 maart 2003 van plaatsing in een strafcel voor de duur van een dag wegens klagers weigering zijn cel schoon te maken;
1.2. het verschil in handelwijze van piw-ers;
1.3. de weigering gedurende drie weken klager medicijnen te verstrekken;
1.4. de weigering klager naar de arbeid te laten gaan.
De beklagrechter heeft het beklag niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager woont sedert 9 december 2003 beschermd in het Diakoniehaus te Keulen, welke instelling voor bepaalde tijd onderdak en begeleiding biedt aan mensen met speciale sociale problemen, zoals klager die kampt met gebrek aanmiddelen, woonruimte en arbeid en met schulden. Klager is het oneens met de uitspraak d.d. 22 december 2003, waarvan hij wegens zijn verhuizing zeer laat kennis heeft genomen. Reeds in het schrijven d.d. 16 december 2003 is decommissie van toezicht gemeld dat klager nu geen geld heeft voor een treinkaartje en verblijf in Nederland. Zijn detentie is zeer belastend geweest voor zijn psychosociale situatie. Hij is van plan om, zodra zijn financiële situatiehet toelaat, een advocaat zijn klachten te laten behandelen, aangezien hij zichzelf wegens zijn eerder genoemde psychosociale situatie niet daartoe in staat acht.
Voorts verklaart klager de beklag- en beroepsprocedure niet te begrijpen, mede doordat hij geen antwoord van Raad heeft ontvangen.
De directeur heeft in beroep verwezen naar zijn schriftelijke inlichtingen d.d. 4 november 2003 aan de commissie van toezicht naar aanleiding van het beklag.
3. De beoordeling
Blijkens het schrijven van de gemachtigde aan de beklagcommissie d.d. 16 december 2003 heeft klager eerst op 12 december 2003 de uitnodiging d.d. 5 december 2003 om ter beklagzitting d.d. 12 december 2003 te verschijnen ontvangen,maar zou hij bij gebreke van financiële middelen niet verschenen zijn en zodra hij daartoe financieel in staat is bijstand van een advocaat in dezen inroepen.
De beroepscommissie stelt vast dat zowel klager als zijn gemachtigde bij brief van 28 januari 2004 in de gelegenheid is gesteld om het beroep binnen tien dagen na dagtekening schriftelijk (nader) toe te lichten. Geen van beidenheeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
De beroepscommissie acht zich op grond van de stukken voldoende voorgelicht en zij gaat over tot de behandeling van het beroep.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagrechter met juistheid op de onderdelen 1.1. tot en met 1.4. van het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve op genoemde onderdelen ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op alle onderdelen ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 23 februari 2004
secretaris voorzitter