Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5344/GM, 18 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:18-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-19/5344/GM

 

betreft: [klager] datum: 18 mei 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Heerhugowaard, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 14 november 2019 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

De beroepscommissie heeft de inrichtingsarts van de p.i. Heerhugowaard in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 12 november 2019, betreft het niet serieus nemen van klagers medische klachten en in het bijzonder het blokkeren van zijn behandelingen in het LUMC door de medische dienst van de p.i.

 

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts

Klager heeft het volgende aangevoerd. Op 1 oktober 2019 zijn er zeven tumoren verwijderd. Klager moet snel opnieuw behandeld worden en worden gespoeld.

Kennelijk wil men hem dood hebben. 

Namens de inrichtingsarts is aangevoerd dat het LUMC te kennen heeft gegeven dat er een wachtlijst van twee maanden is voor een vervolgbehandeling in het LUMC en dat het LUMC heeft geadviseerd om na te gaan of die behandeling niet in het Noordwest Ziekenhuis in Alkmaar mogelijk is.

 

   3.      De beoordeling

Uit de stukken en met name het medisch dossier van klager kan niet worden opgemaakt dat klagers medische klachten niet serieus zijn genomen.

Dat, zoals uit de reactie namens de inrichtingsarts naar voren komt, het LUMC heeft laten weten een wachtlijst van twee maanden te hebben en dat het heeft voorgesteld om klager in het ziekenhuis in Alkmaar verder te behandelen, vindt steun in een brief van de behandelend uroloog in het LUMC van 30 oktober 2019 waaruit volgt dat een collega-uroloog in het Noordwest Ziekenhuis is gevraagd de behandeling over te nemen. Nergens blijkt, ook niet uit het medisch dossier, dat de medische dienst van de p.i. niet heeft willen meewerken aan een verdere behandeling in het LUMC, maar slechts dat daar een wachtlijst was en dat vanuit het LUMC zelf het initiatief kwam om de behandeling door het ziekenhuis in Alkmaar, in de buurt van de p.i., te laten overnemen. De medische dienst van de p.i. heeft aan de vervolgbehandeling in het Noordwest Ziekenhuis vervolgens meegewerkt.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan het handelen door en/of namens de inrichtingsarts niet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

 

  4.       De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en drs. K.M.P.A.M. Habryka, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 mei 2020.

 

            secretaris         voorzitte

  

Naar boven