Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0042/GB, 11 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:11-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/42/GB

Betreft: [klager] datum: 11 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 januari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarvan niet bekend is op welke datum deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen Zwaag (huis van bewaring), hierna jovo-h.v.b. Zwaag, ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 20 september 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Almere-Binnen. Op 16 januari 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Zwaag.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van tien maanden, met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 16 december 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 27 april 2004.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager vraagt zich af waarom zijn recht om zijn straf in een gevangenis of in een open kamp uit te zitten, hem wordt ontnomen. Meer dan de helft van zijn straf heeft klager uitgezeten in een h.v.b.. Het feit dat hij preventiefgehecht was voor het parket Haarlem is, nu klager is afgestraft, niet meer van belang. Klager prefereert plaatsing in Rotterdam, omdat zijn familie dan gemakkelijker op bezoek kan komen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit een indicatiestelling is gebleken dat klager voor een plaatsing in het jovo-circuit in aanmerking kwam en klager is daarvoor geselecteerd. Bij de beslissing tot plaatsing is het parket van insluiting leidend. Aangezien klager isingesloten voor het parket Haarlem is hij geselecteerd voor Zwaag, alwaar de jovo kandidaten van parket Haarlem dienen te worden geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van zijn
plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen
zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de beslissing tot overplaatsing naar een h.v.b., en niet naar een gevangenis, en de regio, waarin dit h.v.b. is gelegen. De beroepscommissie overweegt dat klager sinds 16december 2003 als afgestrafte in afwachting van plaatsing in een gevangenis moet worden aangemerkt. In het bezwaarschrift is daar geen aandacht voor gevraagd. Er mag van worden uitgegaan dat bij de selectie van klager zijn wensenvoor zijn plaatsing in de afweging worden betrokken. Door de selectiefunctionaris is aangekondigd dat thans bezien wordt of klager wellicht in aanmerking komt voor plaatsing in een (basis) penitentiair programma.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie merkt hierbij op dat hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden onvoldoende zwaarwegend is om tot een anderoordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven