Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3654/GA, 14 mei 2020, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-19/3654/GA             

Betreft [klager]            Datum 14 mei 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

Het beroep is gericht tegen het uitblijven van een uitspraak van de beklagrechter inzake het klaagschrift met het kenmerk ZS-JH-2019-045.

Klagers raadsvrouw, mr. R.S.E. Bruinen, heeft namens klager beroep ingesteld.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 januari 2020, gehouden in het JC Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. R.S.E. Bruinen, mevrouw […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij het JC Zaanstad, en de heer […], afdelingshoofd bij het JC Zaanstad. Als toehoorder was aanwezig mevrouw […], student-stagiaire bij het kantoor waar klagers raadsvrouw werkzaam is. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

 

2. De beoordeling

Op grond van artikel 69, eerste lid van de Pbw staat beroep open tegen de uitspraak van de beklagcommissie. Nu er op het moment van het indienen van het beroepschrift geen sprake was van een uitspraak van de beklagcommissie, kan klager niet in zijn beroep worden ontvangen.

 

3. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

Deze uitspraak is op 14 mei 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, U.P. Burke en drs. M.R. van Veen, leden, bijgestaan door mr. R. Smeijers, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven