Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2840/GB, 9 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:09-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2840/GB

Betreft: [klager] datum: 9 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1962], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 december 2003 genomen en door klager op 10 december 2003 ontvangen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op 17 december 2003 heeft klager zijn beroep bij de secretaris telefonisch toegelicht.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere gevangenis, waar alles gelijkvloers is, dan wel een naar een gevangenis, waar liften aanwezig zijn, afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 24 juli 2001 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Veenhuizen. Op 6 november 2003 is hij geplaatst in de gevangenis Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 2 november 2002. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 8 april 2004.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing
schriftelijk en telefonisch toegelicht. Klager is na een operatie aan zijn teen ten
onrechte van het penitentiair ziekenhuis was overgeplaatst naar een h.v.b. in plaats van naar een gevangenis. Vervolgens heeft klager verzocht om terugplaatsing naar een gevangenis en is hij in de gevangenis Veenhuizengeplaatst. Zijn verzoek om terugplaatsing naar een gevangenis is abusievelijk opgevat als een verzoek om teruggeplaatst te worden naar de gevangenis Veenhuizen. De gevangenis Veenhuizen bevindt zich echter op de eerste verdieping ener is geen lift waar klager gebruik van kan maken. Klager kan (nog) geen trappen lopen. Hij heeft veel last van zijn teen, is weer gevallen en heeft daardoor schade opgelopen. Klager wenst overgeplaatst te worden naar eengevangenis, waar alles gelijkvloers is, of waar liften aanwezig zijn, waar hij gebruik van kan maken. De selectiefunctionaris heeft dit verzoek ten onrechte afgewezen. Klager staat op de wachtlijst voor een nieuwe operatie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft een operatie aan zijn linkerknie ondergaan in het penitentiair ziekenhuis. Om het genezingsproces te bevorderen is bij selectiebeslissing van 28 oktober 2003 beslist dat klager, voor wie het beter is als hij geentrappen loopt, op medische indicatie tijdelijk naar het h.v.b. Veenhuizen zou worden overgeplaatst totdat het weer verantwoord was om terug te gaan naar de gevangenis Veenhuizen. In de gevangenis Veenhuizen zijn geen cellen op debegane grond en ook geen lift. Klager heeft bezwaar aangetekend tegen de overplaatsing naar het h.v.b. Veenhuizen en dit bezwaar is ongegrond verklaard. Klager heeft bij brief van 16 november 2003 beroep aangetekend en deze briefis geïnterpreteerd als een verzoek tot overplaatsing. Op 4 december 2003 heeft de selectiefunctionaris beslist op dit verzoek en het verzoek tot overplaatsing afgewezen. Onder meer omdat klager sinds hij terug is in de gevangenisVeenhuizen geen contact meer heeft gezocht met de medische dienst betreffende de klachten over zijn knie in combinatie met zijn aanwezigheid op de tweede verdieping van de gevangenis Veenhuizen. De selectiefunctionaris heeft klageraangeraden contact op te nemen met de medische dienst als hij werkelijk klachten ondervindt. Klager heeft verzocht om schorsing van de beslissing en dit verzoek is door de voorzitter van de beroepscommissie afgewezen. Huidige standvan zaken: klager staat op de wachtlijst voor een operatie aan zijn rechter knie in het penitentiair ziekenhuis. Hij heeft nog steeds geen contact gezocht met de medische dienst omtrent klachten die met zijn linkerknie te makenhebben. Wanneer klager, die zelf wilde teruggeplaatst worden naar de gevangenis Veenhuizen, wel problemen zou hebben gekregen met zijn knie vanwege het traplopen en daarover contact had opgenomen met de medische dienst dan zou hijweer teruggeplaatst zijn naar het h.v.b. Veenhuizen. Klager wil echter hoe dan ook overgeplaatst worden naar een andere gevangenis.

4. De beoordeling
4.2. Uit de door de selectiefunctionaris verstrekte recente informatie is vast komen staan dat klager, hoewel hij stelt dat hij om medische redenen dient overgeplaatst te worden naar een gevangenis met cellen op de begane grond ofmet een lift, terzake nog steeds geen contact heeft opgenomen met de medische dienst van de gevangenis Veenhuizen. Ondanks dat de selectiefunctionaris, en ook de voorzitter van de beroepscommissie, klager dit heeft aangeraden.Derhalve is geen noodzaak om klagers verzoek toe te wijzen gebleken en is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerkingkomende belangen, deze evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 9 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven