Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4953/GA, 19 maart 2020, beroep
Uitspraakdatum:19-03-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:         R-19/4953/GA

betreft: [klager]            datum: 19 maart 2020

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Vermaat, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 14 oktober 2019 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn, betreffende:

a.         klagers plaatsing in een meerpersoonscel en de persoon met wie hij op een meerpersoonscel is geplaatst (AR 2019/573); en
b.         de beslissing van 5 september 2019 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof (AR 2019/592).

en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De beoordeling

Klacht a

Op grond van paragraaf 2.2.1 van de huisregels van de p.i. Alphen aan den Rijn kan de directeur aan de gedetineerde een meerpersoonscel toewijzen, tenzij de gedetineerde daarvoor ongeschikt wordt geacht. Deze ongeschiktheid kan samenhangen met de in artikel 11a, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden genoemde contra-indicaties voor plaatsing in een meerpersoonscel. De gedetineerde kan geen voorkeur uiten met wie hij een cel wil delen. Wel wordt er rekening gehouden met het feit of hij rookt of niet.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de beslissing van de directeur tot klagers plaatsing in een meerpersoonscel, en zijn plaatsing bij de betreffende medegedetineerde, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. In klagers geval is geen sprake van een contra-indicatie voor plaatsing in een meerpersoonscel. Ook staat onvoldoende vast dat hij als niet-roker bij een roker is geplaatst. De overige door hem aangevoerde omstandigheden vormen, gelet op de hiervoor genoemde bepalingen, geen reden hem niet in een meerpersoonscel, althans niet bij de betreffende medegedetineerde te plaatsen. De beroepscommissie zal daarom het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met verbetering van de gronden.

Klacht b

Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf, wegens mishandeling, diefstal met geweld of bedreiging met geweld en afpersing. De fictieve einddatum van zijn detentie is bepaald op 12 april 2020.

Ingevolge artikel 69, eerste lid, van de Pbw kan tegen de uitspraak van de beklagcommissie een beroepschrift worden ingediend dat met redenen omkleed dient te zijn. Het door de raadsman ingediende beroepschrift voldoet ten aanzien van klacht b niet aan die eis.

Klagers raadsman is bij e-mail van 29 oktober 2019 in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van tien dagen na dagtekening van die e-mail de gronden van het beroep alsnog schriftelijk mede te delen. Van deze gelegenheid is binnen de daarvoor gegeven termijn geen gebruik gemaakt. Gelet hierop dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.

 

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep inzake klacht a ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep inzake klacht b.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, J.G.A. van den Brand en F. van Dekken, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Bikker, secretaris, op 19 maart 2020.

 

             

 

            secretaris        voorzitter

 

 

Naar boven