Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3287/SGA, 25 maart 2020, schorsing
Uitspraakdatum:25-03-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          S-20/3287/SGA                      

         

Betreft [Verzoeker]      Datum 25 maart 2020

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van [Verzoeker] (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de locatie Ter Peel te Sevenum (hierna: de directeur) heeft

a.  op 20 maart 2020 aan verzoeker een ordemaatregel opgelegd van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel, voor de duur van drie dagen, vanwege de maatregelen in het kader van het coronavirus en het gebrek aan personele bezetting binnen de inrichting, ingegaan op 20 maart 2020 om 14:00 uur en eindigend op 23 maart 2020 om 14:00 uur, welke ten uitvoer wordt gelegd in de locatie Roermond, en

b.  beslist verzoeker in de zeer beperkt beveiligde inrichting (ZBBI) te laten verblijven zonder verlof.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke reactie van de directeur en de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (TF 2020-000006).

 

2. De beoordeling

a.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat de opgelegde ordemaatregel afliep op 23 maart 2020. Het verzoek kan dus niet meer tot het beoogde resultaat leiden. Verzoeker heeft dan ook geen belang meer bij een toewijzing van het verzoek. De voorzitter zal het verzoek daarom in zoverre afwijzen.

 

b.

Blijkens de inlichtingen van de directeur zijn bij brief van de Minister voor Rechtsbescherming (hierna: de Minister) van 13 maart 2020 voor alle justitiële inrichtingen in Nederland diverse noodmaatregelen getroffen om (verdere) verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan. Voor gedetineerden die in een ZBBI verblijven houdt dit in dat – in ieder geval tot en met 31 maart 2020 – de detentie wordt geschorst, inhoudende – zo is nader toegelicht door de directeur – dat gedetineerden thuis hun detentie ondergaan en een enkelband dienen te dragen. Dit betreft gedetineerden die aan het eind van hun straf zitten en al een groot deel van de tijd buiten de PI verblijven. Na afloop van deze noodmaatregel wordt de detentie hervat.

Verzoeker verblijft in een ZBBI en stelt dat hij ongelijk wordt behandeld omdat hij wèl is teruggeplaatst in een gesloten regime, in tegenstelling tot veel andere gedetineerden die in een ZBBI verbleven. Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat door de Minister is vastgesteld dat de bovengenoemde maatregel niet geldt voor gedetineerden die niet onherroepelijk zijn veroordeeld. Daarom heeft de directeur besloten verzoeker in de ZBBI te laten verblijven en niet thuis te laten verblijven met een enkelband.

De voorzitter begrijpt dat verzoeker het schorsingsverzoek heeft ingediend om te bewerkstelligen dat hij alsnog met een enkelband naar buiten kan. De voorzitter heeft niet de bevoegdheid om dit te beslissen. De voorzitter kan slechts de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur (zoals de intrekking van het verlof) schorsen.

Voor zover de beslissing van de directeur tevens inhoudt dat de directeur het reeds bestaande verlof intrekt en van die beslissing schorsing wordt gevraagd, overweegt de voorzitter dat de beslissing van de directeur om verzoeker niet (meer) met verlof te laten gaan voortkomt uit het streven om verdere verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Die beslissing is niet onbegrijpelijk. Het verzoek zal in zoverre worden afgewezen.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Deze uitspraak is op 25 maart 2020 gegeven door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, bijgestaan door mr. S.C. Vogel, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven