Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2036/GA, 12 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2036/GA
betreft: [klager] datum: 12 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 26 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 13 augustus 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De Grittenborgh te Hoogeveen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Het beroep is ter zitting van de beroepscommissie van 3 november 2003, gehouden in de locatie Zwolle, behandeld.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De directeur van de locatie De Grittenborgh heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
De beroepscommissie heeft op 6 november 2003 aan de directeur verzocht om nadere inlichtingen. De directeur heeft daar bij brief van 14 november 2003 op gereageerd. Die reactie is ter kennisneming gezonden aan klager. Op 30 december2003 is nogmaals aan de directeur om nadere inlichtingen verzocht. De directeur heeft op dat verzoek tot heden niet gereageerd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de afwijzing van een verzoek om algemeen verlof; en
b. de vermissing van een Turks staatslot.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft aangegeven dat hij niet naar de zitting kan komen en verzocht om aanhouding van de behandeling van zijn beroep. Indien de beroepscommissie de behandeling aanhoudt, kan zij tevens de penitentiair inrichtingswerker [...]horen met betrekking tot hetgeen hij heeft gedaan met het betreffende Turkse staatslot.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep gehandhaafd.

3. De beoordeling
Klager heeft verzocht om aanhouding van de behandeling en om het horen van een getuige. De beroepscommissie acht zich evenwel voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en zal de zaak thans afdoen.

Hetgeen in beroep ten aanzien van onderdeel a van het beklag naar voren is gebracht kan
- voor zover dat is komen vast te staan - niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Het beroep is in zoverre ongegrond.

Ten aanzien van de gestelde vermissing van het Turkse staatslot overweegt de beroepscommissie het volgende.
Klager heeft aangegeven dat het personeelslid [...] het onderhavige staatslot heeft afgegeven op de Badafdeling van de locatie teneinde dat staatslot op te laten bergen in klagers fouillering. De beroepscommissie heeft de directeurverzocht om nadere informatie, meer specifiek om een verklaring van genoemd personeelslid [...] omtrent hetgeen hij nog weet met betrekking tot dat staatslot. Nu de directeur – ondanks herhaald verzoek daartoe – niet heeftgereageerd op het verzoek om nadere inlichtingen, acht de beroepscommissie onvoldoende weersproken dat dit staatslot in klagers fouillering is opgeborgen. Nu dat staatslot zich nadien niet meer in die fouillering bevond en niet isgebleken dat dit staatslot uitgevoerd of aan klager is gegeven, kan de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre niet in stand blijven en moet het beklag alsnog gegrond worden verklaard.

Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. Klager heeftaangevoerd dat het betreffende staatslot een (aankoop)waarde had van € 400,- en dat hem dus een tegemoetkoming ter hoogte van dat bedrag toekomt. De beroepscommissie stelt voorop dat de tegemoetkoming niet is bedoeld alsschadevergoeding, voor de verkrijging waarvan voor klager andere wegen open staan. Hij kan zich tot de directeur wenden en hij kan zich eventueel wenden tot de burgerlijke rechter. In onderhavig beroep is overigens niet gesteld ofgebleken dat op dat staatslot een prijs is gevallen, zodat aannemelijk is dat het betreffende lot thans geen waarde meer heeft. Gelet daarop zal de beroepscommissie de tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b van het beklag gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart dit onderdeel van het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. E. Rood-Pijpers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven