Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2726/GA, 6 februari 2004, beroep
Uitspraakdatum:06-02-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

Uitspraak

nummer: 03/2726/GA

betreft: [klager] datum: 6 februari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 december 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zwolle,

gericht tegen een uitspraak d.d. 24 november 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde penitentiaire inrichting (p.i.), gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2004, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij het huis van bewaring Zwolle.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in de eigen verblijfsruimte zonder televisie wegens het bij een urinecontrole positief scoren op cannabis.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De urinecontrole moet hebben plaatsgevonden 3 à 4 dagen voordat rapport is opgemaakt, dus dat zal op 18 of 19 oktober 2003 zijn geweest. Op 5 september 2003 kwam een einde aan klagers schorsing. In de tussentijd was hij gedetineerd.Dat betekent dat hij geen gelegenheid heeft gehad om verdovende middelen te gebruiken, maar die gelegenheid heeft genomen. Op 23 oktober 2003 om 17.00 uur is klager rapport aangezegd. De volgende ochtend ben ik met een PIW-er naarzijn cel gegaan. Ik heb gezegd wat zijn score was en heel helder uitgelegd dat hij als straf twee dagen cel zonder tv zou krijgen, maar de mogelijkheid had een herhalingsonderzoek aan te vragen, in welk geval de straf zou wordenopgeschort. Klager reageerde niet. Daarmee was het rapport afgedaan. Klager zegt dat hij daarna, toen de celdeur eenmaal dicht was, op het belletje heeft gedrukt. Dat is te laat. Het is gebruikelijk dat bij een rapportbehandeling demogelijkheden van een klager worden besproken. Als de gedetineerde geen gebruik wil maken van zijn recht op een herhalingsonderzoek, is daarmee de zaak afgedaan. Dit protocol staat in de huisregels. Zo’n bezoek aan de cel duurt 3 à4 minuten.
Op het moment dat urine wordt afgenomen blijkt de hoogte van de waarde nog niet. De buisjes worden naar het lab gestuurd. De uitslag komt wel heel snel, vaak dezelfde dag nog. Als iemand positief heeft gescoord maakt de PIW-errapport op en zegt dit aan. De hoogte van de waarde hoeft niet te worden medegedeeld. Bij een score onder de 50 wordt geen rapport opgemaakt. Bij een score boven de 50 wel.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op 5 september 2003 ingesloten op het politiebureau. Na ongeveer tien dagen is hij naar de Blokhuispoort overgeplaatst, waar hij twee à drie weken heeft gezeten. Op 14 oktober 2003 is hij in Zwolle geplaatst. Hij heeft dusvoor het laatst verdovende middelen gebruikt op of voor 5 september 2003. In Zwolle heeft hij meteen een urinecontrole gehad. Klager is geen rapport aangezegd. Pas toen de directeur op 24 oktober 2003 zijn cel binnenkwam hoorde hijvoor het eerst dat hij positief had gescoord, wat de waarde was en welke straf werd opgelegd. Klager had niet verwacht dat hij positief zou scoren, omdat hij zo lang niets had gebruikt en had gedacht dat na een week of vijf zijnlichaam schoon zou zijn. Klager kende de mogelijkheid van het vragen om een herhalingsonderzoek niet. De directeur heeft hem daarop ook niet gewezen. De directeur zei welke straf zou worden opgelegd en trok toen de deur achter zichtdicht. Daarna drukte klager op de bel om een herhalingsonderzoek aan te vragen. De PIW-er belde naar de directie, maar het was al te laat.

3. De beoordeling
Ingevolge art. 5, tweede lid, Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen (Regeling van de Minister van Justitie van 2 juni 1999, nr. 726428/98/DJI, Stcrt. 128, hierna de Regeling), wordt de uitslag van het onderzoek bekendgemaakt aan de gedetineerde indien het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is geconstateerd. Hierbij wordt de gedetineerde gewezen op het recht op een herhalingsonderzoek. Indien de mededeling mondeling wordt gedaan legt hetpersoneelslid dat de mededeling heeft gedaan, schriftelijk vast dat en wanneer de mededeling is gedaan. Ingevolge art. 6, derde lid, van de Regeling, moet een gedetineerde een verzoek om een herhalingsonderzoek binnen vierentwintiguur na kennisneming van de uitslag van de eerste analyse schriftelijk indienen bij de directeur.

De beroepscommissie stelt vast dat in het voorliggende geval, anders dan de Regeling voorschrijft, niet schriftelijk is vastgelegd dat en wanneer klager is medegedeeld dat hij recht had op een herhalingsonderzoek. Voor zover klagermondeling zou zijn medegedeeld dat hij recht had op een herhalingsonderzoek, is hem dat op 24 oktober 2003 medegedeeld door de directeur, waaruit volgt dat klager slechts enkele minuten - in plaats van 24 uur - de tijd heeft gehadom daarom te verzoeken. Ook in dat opzicht is gehandeld in strijd met de Regeling. Dit dient te leiden tot nietigheid van de strafoplegging.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met verbetering van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Voorwinden, secretaris, op 6 februari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven