Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/5926/GA, 2 april 2020, beroep
Uitspraakdatum:02-04-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:         R-20/5926/GA

 

betreft: [klager]            datum: 2 april 2020

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (PI) Sittard, gericht tegen een uitspraak van 20 januari 2020 van de beklagcommissie bij voormelde PI, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de verdwijning van klagers televisie (G-2019-000956).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en heeft bepaald dat de directeur klager van een vergelijkbaar televisietoestel dient te voorzien, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het is niet de gegrondverklaring die wordt betwist door de directeur, maar het beroep is gericht tegen de opdracht van de beklagcommissie aan de directeur om een in kwaliteit en maat vergelijkbare televisie aan te schaffen, in te voeren en te verzegelen. Conform artikel 68, derde lid, onder b, van de Pbw kan de beklagcommissie weliswaar bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing, echter is het niet langer redelijk en billijk wanneer deze uitspraak in strijd is met geldende wet- en regelgeving, in casu zijnde de huisregels van de PI Sittard.

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het klopt niet dat klager een 19 inch televisie zou hebben gehad zoals door de inrichting wordt beweerd, het was een 17 inch televisie aangezien een groter toestel niet was toegestaan in de PI Roermond. Ook klopt het niet dat de waarde van een soortgelijk toestel € 109,= zou zijn. De prijzen voor dergelijke toestellen kunnen variëren van € 300,= tot € 620,=, maar dat vermeldt de directeur er niet bij. Het staat vast dat klager zijn eigen televisie door toedoen van het personeel kwijt is geraakt. Klager is een levenslang gestrafte en zou dan ook graag een eigen televisie terug willen. Indien dat niet mogelijk is zou hij graag het volle bedrag van de televisie en de kosten die hij heeft moeten maken voor de verzegeling vergoed willen krijgen.

 

3.         De beoordeling

Uit de huisregels volgt weliswaar dat de invoer van apparatuur niet is toegestaan, echter volgt ook uit de huisregels dat door de inrichting televisies worden verstrekt. Nu de opdracht van de beklagcommissie luidt dat de directeur klager dient te voorzien van een in kwaliteit en maat vergelijkbare televisie, kan niet worden geoordeeld dat dit in strijd is met de huisregels. Het is immers niet klager die apparatuur invoert, het is de inrichting die aan klager een televisie verstrekt.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie dan ook niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, mr. A.M.G. Smit en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Ferenczy, secretaris, op 2 april 2020.

 

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven