Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3351/SGA, 2 april 2020, schorsing
Uitspraakdatum:02-04-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

DBT  v

Nummer S-20/3351/SGA

 

Betreft verzoeker

Datum 2 april 2020

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van verzoeker (hierna: verzoeker)

 

1. De procedure

De directeur van de Penitentiaire Inrichting (PI) Sittard (hierna: de directeur) heeft op 26 maart 2020 beslist verzoeker te degraderen naar het basisprogramma.

Verzoeker vraagt om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft de directeur in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het verzoek te reageren. Daarnaast heeft de voorzitter kennisgenomen van het klaagschrift (G-2020-242)).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Bij het nemen van een beslissing tot terugplaatsing van een gedetineerde in het basisprogramma (degradatie) dient de directeur volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie het gedrag te benoemen dat tot de degradatie leidt en een kenbare belangenafweging te maken.

Uit de bestreden beslissing blijkt dat verzoekers gedrag op het onderdeel ‘stimuleren en ontmoedigen’ als ‘oranje’ en/of ’rood’ is aangemerkt. Hierbij is onder andere benoemd dat verzoeker op 14 maart 2020 een disciplinaire straf opgelegd heeft gekregen wegens betrokkenheid bij een vechtpartij met een medegedetineerde. Verzoeker zou tijdens de tenuitvoerlegging van deze disciplinaire straf hebben aangegeven dat hij - bij terugkomst op de afdeling - opnieuw in gevecht zal gaan met deze medegedetineerde. Uit de bestreden beslissing blijkt ook dat de directeur een belangenafweging heeft gemaakt, waarbij dit gedrag is afgezet tegen het positieve gedrag van verzoeker (de onderdelen waarop hij ‘groen’ scoort) en alle relevante aspecten van verzoekers gedrag zijn meegenomen.

De voorzitter overweegt dat in de bestreden beslissing is genoemd dat verzoeker bepaalde uitspraken heeft gedaan waaruit op te maken zou vallen dat hij opnieuw in gevecht zal gaan met de medegedetineerde. Verzoeker heeft in zijn schorsingsverzoek echter erkend te hebben gevochten, maar hij heeft het uiten van dergelijke uitspraken stellig ontkend. Hij heeft aangegeven dat hij een nieuwe confrontatie met de medegedetineerde juist wil vermijden. De directeur is in de schriftelijke reactie in het geheel niet ingegaan op deze uitdrukkelijke ontkenning en de stellingen van verzoeker. Ook blijkt uit de schriftelijke stukken niet wanneer, onder welke omstandigheden en tegen wie de uitlatingen zouden zijn gedaan. Dat de uitlatingen zijn gedaan op de wijze waarop de directeur ze opvat is, naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, dan ook onvoldoende komen vast te staan. De voorzitter houdt het er, voorlopig oordelend, dan ook voor dat de degradatiebeslissing genomen is naar aanleiding van één ‘rode gedraging’ van verzoeker. Eén enkel strafwaardig feit kan in beginsel geen zelfstandige grond zijn voor degradatie. Gelet op het voorgaande zal de voorzitter het verzoek toewijzen en de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing schorsen met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

Deze uitspraak is op 2 april 2020 gegeven door mr. R.H. Koning, voorzitter, bijgestaan door J.A. van der Veen, secretaris.

secretaris                                                   voorzitter

Naar boven