Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3222/SGA, 17 maart 2020, schorsing
Uitspraakdatum:17-03-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

Nummer          S-20/3222/SGA                      

           

Betreft […]       Datum  17 maart 2020

 

 

Uitspraak van de voorzitter van de beroepscommissie van de RSJ op het verzoek van […] (hierna: verzoeker)

1. De procedure

De directeur van de locatie Hoogvliet (hierna: de directeur) heeft beslist verzoeker op 16 maart 2020 terug te plaatsen naar de afdeling van de Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) van de locatie Hoogvliet.

Verzoekers raadsvrouw, mr. J.J.E. Stout, vraagt namens verzoeker om schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging daarvan.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de reactie van de directeur en de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie dat het schorsingsverzoek zal worden ingeschreven als klaagschrift (Ho-2020-000101).

 

2. De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat bij een verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling. De zaak kan dus niet ten gronde worden onderzocht. De voorzitter beoordeelt alleen of de beslissing waartegen beklag is ingesteld in strijd is met een wettelijk voorschrift of dat deze zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om op dit moment de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing te schorsen. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

Namens verzoeker wordt gesteld dat de beslissing van de directeur onrechtmatig is. Verzoeker stelt in afwachting van beslissingen in de lopende vreemdelingenrechtelijke procedure rechtmatig verblijf te hebben in Nederland. Het gaat juist goed met hem in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Kijvelanden te Poortugaal. Volgens verzoeker kan behandeling aldaar (blijven) plaatsvinden en is terugplaatsing naar de locatie Hoogvliet dan ook niet noodzakelijk.

Uit de inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker op 16 maart 2020 is teruggeplaatst naar de ISD-afdeling bij de locatie Hoogvliet. De directeur geeft aan dat een verzoek tot overplaatsing naar de Penitentiaire Inrichtingen Veenhuizen in gang is gezet.

De voorzitter begrijpt dat verzoeker in het kader van de extramurale fase van een ISD-maatregel verbleef in het FPC De Kijvelanden. Op grond van artikel 44m van de Penitentiaire maatregel kan de selectiefunctionaris (de voorzitter begrijpt de Minister voor Rechtsbescherming, hierna: de Minister), op basis van het advies van de directeur, een zich in de extramurale fase van de ISD-maatregel bevindende gedetineerde terugplaatsen naar de inrichting. Nu kennelijk geen sprake is van een dergelijke aan de Minister voorbehouden beslissing, kan verzoeker niet op grond daarvan zijn teruggeplaatst in de inrichting. Gelet op het vorenstaande zijn er termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek.

De voorzitter merkt daarbij nog op dat, indien de directeur van oordeel is dat verzoeker niet meer in staat is of bereid is deel te nemen aan het programma in de laatste fase buiten de inrichting dan wel te voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden, de directeur – in afwachting van de beslissing van de Minister – kan beslissen verzoeker in het kader van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering, na afweging van alle daarbij in aanmerking komende belangen, in te sluiten in de inrichting.

 

3. De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing met onmiddellijke ingang tot het moment waarop de beklagcommissie op het onderliggende beklag heeft beslist.

 

 

Deze uitspraak is op 17 maart 2020 gegeven door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, bijgestaan door mr. S.C. Vogel, secretaris.

      

secretaris        voorzitter

Naar boven