Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/3151/SGA, 6 maart 2020, schorsing
Uitspraakdatum:06-03-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

Nummer: S-20/3151/SGA

Betreft : [verzoeker]                                                                 datum: 6 maart 2020

 

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. Y. Bouchikhi, namens

 

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.

 

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de (mondelinge) beslissing van de directeur van voormelde inrichting, inhoudende de interne overplaatsing van verzoeker naar de Afdeling Intensief Toezicht (AIT).

 

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 4 maart 2020 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 6 maart 2020.

 

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.

 

Namens verzoeker is in het klaagschrift aangevoerd dat hij al geruime tijd verblijft in de p.i. Leeuwarden, op een reguliere afdeling. Hem is door de directeur mondeling medegedeeld dat hij overgeplaatst wordt naar de AIT, waar meer toezicht is op gedetineerden. De redenen van deze interne overplaatsing zijn niet duidelijk geworden, zodat de bestreden beslissing als disproportioneel is aan te merken en in strijd is met het subsidiariteitsbeginsel.

 

De directeur stelt zich op het standpunt dat verzoeker niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn verzoek, omdat een interne overplaatsing geen beslissing is waartegen beklag openstaat dan wel waarvan schorsing gevraagd kan worden. De directeur stelt dat hij op grond van artikel 16, tweede lid, van de Pbw bevoegd is een verblijfsruimte toe te wijzen aan gedetineerden, met inachtneming van de artikelen 20, tweede lid, 21 en 22, eerste lid van de Pbw. De directeur geeft aan dat het regime op de AIT gelijk is aan een reguliere afdeling, maar dat op deze afdeling beter toezicht mogelijk is, nu deze afdeling plaats biedt aan maximaal twaalf gedetineerden en er meer personeelsleden per gedetineerde aanwezig zijn.

 

De voorzitter overweegt als volgt.

Anders dan de directeur stelt, betreft een beslissing tot interne overplaatsing van een gedetineerde een beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw, waartegen beklag openstaat en waarvan schorsing gevraagd kan worden. Om die reden acht de voorzitter verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek.

 

Nu een gemotiveerde beslissing ontbreekt en ook uit de schriftelijke reactie van de directeur op het schorsingsverzoek, waarin slechts een algemene beschrijving van de AIT wordt gegeven, niet is gebleken waarom verzoeker op de AIT geplaatst dient te worden, acht de voorzitter de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd en daarmee zodanig onredelijk en onbillijk dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing daarvan. Het verzoek zal worden toegewezen.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende klaagschrift zal hebben beslist.

 

Aldus gedaan door mr. R.H. Koning, voorzitter, in tegenwoordigheid van

J.A. van der Veen, secretaris, op 6 maart 2020.

 

 

 

 

 

secretaris                                                       voorzitter

 

Naar boven