Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5246/GB, 27 februari 2020, beroep
Uitspraakdatum:27-02-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:         R-19/5246/GB

 

Betreft: [Klager]            datum: 27 februari 2020

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.J.R. Roethof, namens [klager], verder te noemen klager, gericht tegen een op 8 november 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen te Alphen aan den Rijn ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sinds 6 mei 2019 gedetineerd. Klager verbleef in het Justitieel Complex Zaanstad, maar vanwege de orde, rust en veiligheid is hij op 28 oktober 2019 geselecteerd voor de p.i. Lelystad en op 29 oktober 2019 is hij aldaar geplaatst. Klager is vervolgens op 31 oktober 2019 geselecteerd voor het Justitieel Complex Schiphol. Klager is diezelfde dag overgeplaatst. Aan die overplaatsing lagen verschillende veiligheidsredenen ten grondslag. Daarna is klager op 4 november 2019 geselecteerd voor een plaatsing in het Huis van Bewaring van de p.i. Alphen. Klager heeft bezwaar ingediend tegen de beslissing hem te daar plaatsen. Op 7 november 2019 is het bezwaar ongegrond verklaard. In deze beslissing is evenwel mogelijk foutieve informatie, die eerder door de inrichting was afgegeven, opgenomen en de beslissing is op 8 november 2019 herzien. Deze herziening heeft niet geleid tot een andere beslissing van de Minister.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De bestreden beslissing is in strijd met de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Klager loopt gevaar voor zijn leven in de p.i. Alphen. Klager kan pas precies weten met welke personen hij een conflict heeft, als hij daar daadwerkelijk verblijft. Daarnaast weten de medegedetineerden enkel zijn alias, en niet zijn daadwerkelijke naam. Als klager in de p.i. Alphen wordt geplaatst, weten de andere gedetineerden door wie hij gevaar loopt zijn volledige naam. Klager kan prima verblijven op een meerpersoonscel. Voor zover klager bekend is alleen één medegedetineerde met wie hij in de cel verbleef, overgeplaatst. Deze medegedetineerde was niet huilend en bang weggegaan, zoals ten onrechte is gesteld. Klager had een meningsverschil met deze medegedetineerde. De medegedetineerde had namelijk het indexdelict van klager bekend gemaakt. Klager wordt verdacht van een zedendelict, en dit zou kunnen leiden tot bedreigingen door andere gedetineerden richting klager. De contra-indicatie dat klager niet kan verblijven op een meerpersoonscel, is dan ook niet aan de orde. Klagers voorkeur gaat uit naar het Justitieel Complex Schiphol.

 

3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. Volgens klager verblijven in de p.i. Alphen verschillenden gedetineerden met wie klager een conflict heeft. De namen die klager heeft doorgegeven, zijn vermoedelijk aliassen. Klager zou in het verleden hebben behoord tot de groep Green Gang. Klager zou uit deze groep zijn gestapt. Door het Gedetineerde Recherche Informatie Punt (GRIP) is onderzocht of er leden van de bende in de p.i. Alphen, in het bijzonder op de leefafdeling van klager, verblijven. Dit bleek niet het geval. Ook geeft het GRIP aan niet bekend te zijn met een dreiging richting klager. Dat sprake zou zijn van een onveilige situatie ten aanzien van klager in de p.i. Alphen is dan ook niet gebleken.

 

Dat klager niet geschikt is voor een verblijf in een meerpersoonscel, is geen beslissing geweest van de Minister. Deze indicatie is door de inrichting afgegeven. Indien klager het met deze indicatie niet eens is, kan hij dit kenbaar maken en kan hij een klacht indienen bij de beklagcommissie. Klager kan niet worden teruggeplaatst naar het Justitieel Complex Schiphol, zolang hij een contra-indicatie heeft voor plaatsing op een meerpersoonscel. Het Justitieel Complex Schiphol beschikt enkel over meerpersoonscellen. Ook een plaatsing in het Justitieel Complex Zaanstad is niet mogelijk, nu klager daar door medegedetineerden wordt bedreigd. Indien klager zich in de p.i. Alphen niet veilig voelt, kan hij alsnog een verzoek indienen tot overplaatsing.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Het beroep ziet op de beslissing van de Minister klager te plaatsen in de p.i. Alphen, terwijl hij kenbaar heeft gemaakt dat hij daar gevaar loopt. Klager zou namelijk verschillende medegedetineerden kennen, met wie hij een conflict heeft. Klager wil teruggeplaatst worden naar het – zo begrijpt de beroepscommissie – Justitieel Complex Schiphol.

 

4.2.      Uit het dossier volgt dat navraag bij het GRIP is gedaan of de door klager gegeven bezwaren steekhoudend zijn. Niet is gebleken dat klager dan wel de personen die klager noemt daadwerkelijk lid zijn of zijn geweest van de bendes Hopi Boys of Green Gang. Daarnaast verblijven er geen gedetineerden met de naam die klager heeft doorgegeven in de p.i. Alphen. Behalve dat klager verschillende namen kan noemen, is op grond van het dossier of anderszins door klager onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij in de p.i. Alphen levensgevaar loopt.

 

4.3.      Ten aanzien van de terugplaatsing naar het Justitieel Complex Schiphol, overweegt de beroepscommissie dat de Minister afdoende heeft gemotiveerd waarom dit geen optie is. Klager heeft namelijk een contra-indicatie voor plaatsing op een meerpersoonscel. Er heeft een incident met twee celgenoten op een meerpersoonscel plaatsgevonden. Klagers celgenoten zijn namelijk door hem bedreigd en geïntimideerd. Het Justitieel Complex Schiphol kent geen eenpersoonscellen en om die reden kan klager daar dan ook niet verblijven.

 

4.4.      Gelet op het voorgaande kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. J.W. Wabeke en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 27 februari 2020.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven