Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2732GB, 23 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2732/GB

Betreft: [klager] datum: 23 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 november 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1981], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 november 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 20 november 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (jovo) Zwaag (huis van bewaring (h.v.b.)) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 oktober 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Nieuwegein. Op 5 december 2003 is hij overgeplaatst naar de jovo Zwaag.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft bezwaar tegen zijn plaatsing in een jovo-inrichting. Hij heeft eerder in een regulier h.v.b. verbleven en voelt zich beter op zijn plaats tussen volwassenen. Klager heeft nooit met leeftijdsgenoten kunnen opschieten.Klager is ervan overtuigd dat hij in een jovo-inrichting problemen zal krijgen met zijn medegedetineerden. Die problemen kunnen worden voorkomen door hem in een h.v.b. voor volwassenen te plaatsen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op 3 november 2003 geselecteerd voor de jovo Zwaag. Klager is ingesloten voor het parket Amsterdam. Blijkens de opgemaakte indicatiestelling komt klager in aanmerking voor plaatsing in een jovo-inrichting. Klager heeftaangegeven dat hij in verband met de bezoekmogelijkheden liever geplaatst zou willen worden in de jovo Almere omdat de reis naar Zwaag voor zijn moeder te ver zou zijn. Verder is klager van mening dat hij, gelet op de omstandigheiddat hij een vrouw en kind heeft, niet op zijn plaats zou zijn in het jovo-circuit. De stelling dat klagers moeder niet naar Zwaag zou kunnen reizen wordt door klager niet verder onderbouwd. De omstandigheid dat zij wel naar Almerezou kunnen reizen maakt voor de selectiefunctionaris plaatsing in Zwaag acceptabel. Klager heeft nog aangevoerd niet in een jovo-inrichting te willen worden geplaatst omdat hij niet met leeftijdsgenoten zou kunnen omgaan. Deselectiefunctionaris is van mening dat klager in de jovo-inrichting kan leren om op een andere manier met leeftijdsgenoten om te gaan.

4. De beoordeling

4.1 Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2 Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouderzijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij first offender is en een tekortkoming heeft voor wat betreft opleiding en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweede criteriumvan artikel 16 van de Regeling.

4.3 Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent familiebezoek alsmede de door hem gestelde omgangsproblemen met leeftijdsgenoten maken dit niet anders.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven