Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3295/GA, 10 februari 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/3295/GA

Betreft: […]       datum: 10 februari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. Duin, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 27 maart 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij het Justitieel Complex (JC) Zaanstad, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur van het JC Zaanstad in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. J.C. Duin om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld

De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het weigeren van klagers bezoek op 12 december 2018 (ZS-JH-2018-961), op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De beoordeling

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard, omdat de directeur – wegens de bijzondere omstandigheden van het voorval, zoals in de uitspraak beschreven – nader onderzoek had moeten verrichten nadat de drugshond bij klagers bezoek was gaan zitten. De beklagrechter heeft geen aanleiding gezien voor het toekennen van een tegemoetkoming. Klager heeft een (voor hem cruciaal) bezoekmoment gemist. Daardoor heeft hij ongemak geleden. Dat ongemak kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Een tegemoetkoming is daarom passend en geboden. De beroepscommissie zal de hoogte daarvan bepalen op € 25,=.

3.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. D. van der Sluis en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 10 februari 2020.

            secretaris                    voorzitter

Naar boven