Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2436/GA, 16 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2436/GA

betreft: [klager] datum: 16 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 17 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 29 september 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De Geerhorst van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Limburg Zuid te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet geleverd krijgen van bestelde winkelgoederen (twee pakjes shag).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Zowel klager als de directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
In beginsel kan de beroepscommissie zich vinden in het oordeel, alsook de gronden waarop de beklagcommissie tot dat oordeel is gekomen, van de beklagcommissie, dat gebreken aan de levering van winkelgoederen geen beslissingopleveren als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, mits er sprake is van steekproefsgewijze controle op die leveringen. Dat laat evenwel onverlet dat in dit geval klager op het moment van de levering heeft aangegeven dater sprake was van het ontbreken van een deel van de bestelling. Een personeelslid heeft daarop actie ondernomen, maar die actie is niet verder gegaan dan het nagaan of er inderdaad geen shag bij de bestelling zat. In dit geval hadhet meer voor de hand gelegen dat er door de inrichting contact opgenomen was met de inrichtingswinkelier om een en ander na te gaan. Nu dat is nagelaten, althans zulks niet is gesteld noch is gebleken, is er onvoldoende zorgvuldiggehandeld jegens klager. Dat maakt dat het beklag alsnog gegrond moet worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. Die tegemoetkoming is geen vergoeding van mogelijk door klager geleden schade, voor de verkrijging waarvan aanklager andere wegen open staan. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond..
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven