Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-20/2933/SGB, 31 januari 2020, schorsing
Ondertekeningsdatum:31-01-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-20/2933/SGB

Betreft : [verzoekster] datum: 31 januari 2020

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. H.M.W. Daamen, namens […], verder verzoekster te noemen, verblijvende in de locatie Ter Peel te Sevenum. Verzoekster vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister) van 13 december 2019 tot overplaatsing van verzoekster van de locatie Nieuwersluis naar de locatie Ter Peel. De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het verzoekschrift, van de beslissing op het bezwaarschrift van 23 januari 2020, het op 28 januari 2020 tegen de beslissing van de Minister ingediende beroepschrift (kenmerk R-20/5907/GB) alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de Minister van 30 januari 2020.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de Minister slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing van de Minister is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing van de Minister. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Namens verzoekster is op 17 december 2019 een bezwaarschrift ingediend, gericht tegen de beslissing tot overplaatsing van verzoekster van de locatie Nieuwersluis naar de locatie Ter Peel. De Minister heeft verzoekster op 23 januari 2020 niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaarschrift, omdat zij op 27 december 2019 is overgeplaatst naar de locatie Ter Peel zodat het belang aan het bezwaarschrift is komen te ontvallen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is de omstandigheid dat verzoekster inmiddels is overgeplaatst niet een goede reden om haar niet-ontvankelijk in haar bezwaarschrift te verklaren. De Minister kan namelijk nog steeds beslissen tot haar terugplaatsing naar de locatie Nieuwersluis indien de selectiebeslissing in verband met het bezwaar heroverweging verdient. Gelet op de aangevoerde argumenten voor verzoekster om in de locatie Nieuwersluis te kunnen blijven, moet de bestreden beslissing als zodanig onredelijk en onbillijk worden aangemerkt dat er een spoedeisend belang is om thans tot schorsing van die beslissing over te gaan totdat op het beroepschrift is beslist.

2.         De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de Minister totdat op het beroepschrift is beslist.

Aldus gedaan door mr. A.M.G. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris op 31 januari 2020.

secretaris                                                       voorzitter

Naar boven