Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3278/GA, 5 februari 2020, beroep
Uitspraakdatum:05-02-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:         R-19/3278/GA

betreft:            [klager]            datum: 5 februari 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 20 maart 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting Sittard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de insluiting van klager als arbeidsongeschikte tijdens de voor de arbeid bestemde uren (G-2019-000119).
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - kort samengevat - toegelicht. Klager is op 22 februari 2019 niet ziek gemeld, maar hij is arbeidsongeschikt verklaard voor de duur van vier weken. Klager heeft de verklaring van de inrichtingsarts, waar deze informatie uit volgt, als bijlage bij zijn beroepschrift gevoegd. Het verweer van de directeur komt volgens klager niet overeen met wat er in deze verklaring staat. Klager beroept zich op een uitspraak uit 2014 van het college (de beroepscommissie begrijpt: de Raad) betreffende het niet uitsluiten van gedetineerden met een arbeidsongeschiktheidsstatus. Klager verzoekt zijn klacht ontvankelijk en gegrond te verklaren en om hem een financiële tegemoetkoming toe te kennen van € 150,=.
De directeur persisteert bij het eerder ingediende verweerschrift en sluit zich aan bij de beslissing van de beklagrechter.

3.         De beoordeling
Ontvankelijkheid
De beslissing klager gedurende de arbeid op zijn cel in te sluiten, is een beslissing van de directeur waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw beklag openstaat. De beslissing van de beklagrechter kan derhalve niet in stand blijven, nu klager ontvankelijk is in zijn beklag.

Inhoudelijk
Volgens klager is hij ten onrechte ingesloten tijdens de arbeid aangezien hij arbeidsongeschikt is verklaard en uit de jurisprudentie van de Raad volgt dat arbeidsongeschikte gedetineerden niet ingesloten dienen te worden.
De beroepscommissie overweegt als volgt.Artikel 47 van de Pbw bepaalt dat de gedetineerde recht heeft op deelname aan de in de inrichting beschikbare arbeid. De directeur dient zorg te dragen voor de beschikbaarheid van de arbeid voor de gedetineerden, voor zover de aard van de detentie zich daar niet tegen verzet. Op grond van artikel 20, tweede lid, van de Pbw kunnen gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap worden verplicht zich in hun verblijfsruimte op te houden gedurende activiteiten waaraan zij niet deelnemen. Deze ruimte is voor hen persoonlijk dan wel voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemd. Volgens vaste jurisprudentie van de beroepscommissie geldt de in artikel 20, tweede lid, van de Pbw vermelde regel niet ten aanzien van gedetineerden die als gevolg van structurele omstandigheden in hun persoon gelegen, zoals langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, niet aan de arbeid kunnen deelnemen. Uit het door klager overgelegde stuk blijkt dat klager voor de duur van vier weken volledig arbeidsongeschikt is verklaard. Er staat ook dat er daarna een nieuwe beoordeling plaats dient te vinden. Er is dus (nog) geen sprake van langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, omdat klager tijdelijk arbeidsongeschikt is verklaard. Nu ten tijde van de klacht geen sprake was van langdurige of permanente arbeidsongeschiktheid, geldt voornoemde uitzondering niet. De directeur heeft gelet daarop kunnen besluiten klager gedurende de arbeidsuren in te sluiten. Het beklag dient derhalve ongegrond te worden verklaard.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. T.B. Trotman, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. J.A.M. de Wit, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Ferenczy, secretaris, op 5 februari 2020.

                       secretaris       voorzitter          

Naar boven