nummer: R-19/2870/GA
betreft: [klager] datum: 28 januari 2020
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem, gericht tegen een uitspraak van 8 februari 2019 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft het gegeven dat klager € 3,= moet betalen voor een televisie aansluiting in een meerpersoonscel, terwijl een en ander niet naar behoren werkt. Als hij met een afstandsbediening van zender verandert, verandert die zender ook op de televisie van zijn celgenoot (klachtnummer A-2019-7).
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Navraag bij de technische dienst wees uit dat alle televisies op een enkel systeem werken. Er is geen sprake van verschillende televisies, dan wel afstandsbedieningen. Dat er een ‘televisie 1’ en een ‘televisie 2’ op de meerpersoonscellen aanwezig zijn betreft een aanwijzing voor het personeel dat er twee televisies aanwezig zijn. Het kan voorkomen dat, indien men de televisies met een afstandsbediening bedient, de televisie van de medebewoner op een ander kanaal wordt gezet als men niet goed op het eigen toestel richt. De televisies kunnen te allen tijde handmatig op een andere zender worden gezet. Dit betreft geen beklagwaardige beslissing.
Klager heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Ingevolge artikel 60, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Dat de televisie van klagers celgenoot op dezelfde zender ging als die van klager bij gebruik van de afstandsbediening, is van zodanig feitelijke aard dat dit niet kan worden aangemerkt als een beklagwaardige beslissing als hiervoor bedoeld. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard en klager zal ten aanzien van dit onderdeel alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor zover aan de orde gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart klager dienaangaande alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. D. van der Sluis en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 28 januari 2020.
secretaris voorzitter