Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2592/GB, 5 april 2019, beroep
Uitspraakdatum:05-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/2592/GB

Betreft:            [klager]            datum: 5 april 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J.M. Vélu, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 19 december 2018 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, en van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2.         De feiten
Klager is sedert 22 juli 2017 gedetineerd. Hij verblijft sinds 28 december 2017 in het Justitieel Complex Zaanstad. De fictieve einddatum van klagers detentie is 13 december 2019.

3.         De standpunten
3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is van mening dat er geen legitieme reden is het verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Nieuwegein af te wijzen. Hij heeft nog niet veel bezoek ontvangen, maar dat komt met name doordat het Justitieel Complex Zaanstad ver weg ligt. Bij een plaatsing in de p.i. Nieuwegein kan hij vaker bezoek ontvangen. Dit zal zijn resocialisatie bevorderen. Indien klager in de p.i. Nieuwegein wordt geplaatst, wordt het namelijk voor zijn neef, die in Tilburg woont, en voor klagers Braziliaanse vriendin makkelijker op bezoek te komen. Daarnaast ontvangt hij ook bezoek uit Den Haag. In zijn cel is contrabande aangetroffen. Dat was niet van hem, maar van een celgenoot. Wanneer klager in de p.i. Nieuwegein alleen op een cel wordt geplaats, kan hij niet ten onrechte worden beschuldigd van het voorhanden hebben van contrabande.
3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Klager heeft sinds 28 december 2017 drie maal bezoek ontvangen. Hij stelt dat hij ook bezoek ontvangt uit Den Haag. Hiervan maakt het selectieadvies echter geen melding en ook wordt namens klager geen nadere informatie verschaft over het bezoek uit Den Haag. Dit geldt ook voor de verblijfplaats van zijn vriendin op het moment dat zij in Nederland verblijft. Dat de reisafstand voor klagers neef korter is, indien hij naar de p.i. Nieuwegein moet reizen in plaats van naar het Justitieel Complex Zaanstad, wordt niet betwist. Hieruit vloeit echter niet een noodzaak tot overplaatsing voort. De advocaat maakt niet duidelijk waarom klagers neef deze reisafstand niet zou kunnen afleggen. Dat op de cel van klager contrabande, afkomstig van zijn celgenoot, is aangetroffen, vormt geen grond ter ondersteuning van het overplaatsingsverzoek.

4.         De beoordeling
Bezoekproblemen zijn in beginsel inherent aan het ondergaan van detentie en zij vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Wat klager heeft aangevoerd over problemen met het ontvangen van zijn bezoek, kan, voor zover dat al is onderbouwd, niet worden aangemerkt als dergelijke bijzondere omstandigheden. Daarnaast vormt de omstandigheid dat op klagers cel contrabande die toebehoorde aan zijn celgenoot, is aangetroffen, geen grond voor overplaatsing. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.


5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 5 april 2019.                  

            secretaris                                                    voorzitter

Naar boven