Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4667/GA, 27 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:27-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:         R-19/4667/GA

betreft:            [Klager]           datum: 27 december 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 23 augustus 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het weigeren van het mogen inzien van de adviesaanvraag van het Openbaar Ministerie in het kader van klagers verlofaanvraag (PD-2019-000390).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagrechter heeft uitspraak gedaan over iets anders dan waar klager beklag over heeft ingediend. De beklagrechter heeft het beklag namelijk zo opgevat dat het is gericht tegen de weigering van klagers verzoek tot het bijwonen van het huwelijksfeest van zijn ouders. De beroepscommissie heeft hier reeds op beslist (R-19/4026/GV). Het beklag is evenwel gericht tegen het weigeren van het mogen inzien van de adviesaanvraag van het Openbaar Ministerie. De beklagrechter heeft aldus, zonder hoor- en wederhoor en zonder dat klager de reactie van de directeur heeft mogen ontvangen, ten onrechte klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Gelet op het dossier, in het bijzonder het beklagformulier van 10 juli 2019, waarin klager zijn klacht uiteen heeft gezet, overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter het beklag kennelijk foutief heeft opgevat en niet op de oorspronkelijke klacht heeft beslist. Nu de beroepscommissie niet beschikt over enige inhoudelijke informatie omtrent de klacht van klager en de directeur niet heeft gereageerd op een verzoek om een inhoudelijke reactie, dient de zaak te worden teruggewezen naar de beklagrechter teneinde inhoudelijk te oordelen over het hier aan de orde zijnde beklag.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de beklagrechter. Zij wijst de zaak terug naar de beklagrechter bij de p.i. Dordrecht, teneinde op het beklag te beslissen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. J.W. Wabeke en mr. J.A.M. de Wit, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 27 december 2019                      

secretaris    voorzitter

Naar boven