Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4626/GA, 30 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer:        R-19/4626/GA

Betreft:            […]       datum: 30 december 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K. Bruns, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 28 augustus 2019 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Sittard, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 6 december 2019, gehouden in de p.i. Vught, zijn klagers raadsman mr. R.I. Kool en […], juridisch medewerker bij de p.i. Sittard. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld
Het beklag betreft een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 24 maart 2019, vanwege het aantreffen van contrabande, waaronder een mobiele telefoon, op klagers cel (G-2019-238). De beklagcommissie heeft het beklag inhoudelijk ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de aangetroffen mobiele telefoon. Hij heeft direct gezegd dat deze niet van hem was. De telefoon is aangetroffen in een plafonnière die alleen met een specifieke inbussleutel kon worden geopend. Een dergelijke inbussleutel is op klagers cel nooit aangetroffen. De mobiele telefoon was bovendien kapot. De lamp is eerder nooit onderzocht (vgl. RSJ 24 maart 2016, 15/2968/GA). De aangetroffen accu en oplader zijn niet compatibel met de telefoon. Deze hoorden bij een eerder aangetroffen mobiele telefoon, waarvoor klager toen ook disciplinair is gestraft. Verzocht wordt een tegemoetkoming van € 75,= toe te kennen, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken. Namens de directeur is daarop als volgt gereageerd. Wanneer een nieuwe gedetineerde een cel betrekt, wordt de lamp niet standaard opengeschroefd. Bij klager is geen inbussleutel aangetroffen, maar in het verleden zijn wel bij andere gedetineerden inbussleutels gevonden. Het is onbekend of de mobiele telefoon nog werkte op het moment dat die werd aangetroffen. Op een andere plek in klagers cel zijn echter een oplader en een accu aangetroffen. Alle opladers en accu’s zijn passend te maken voor een bepaald type telefoon.

3.         De beoordeling
Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd vanwege aangetroffen contrabande. Klager betwist slechts dat de aangetroffen telefoon van hem is. De beroepscommissie zal dan ook alleen daarover oordelen. Uit vaste rechtspraak volgt dat een gedetineerde in beginsel verantwoordelijk kan worden gehouden voor de vondst van contrabande in zijn cel, tenzij aannemelijk is dat een gedetineerde geen enkel verwijt treft, c.q. geen weet had of kon hebben van de aangetroffen contrabande. De mobiele telefoon is aangetroffen in de plafondlamp. Van buitenaf was dit kennelijk niet zichtbaar. Namens de directeur is te kennen gegeven dat deze lamp niet standaard wordt gecontroleerd wanneer een nieuwe gedetineerde de cel betrekt. Onweersproken is dat de mobiele telefoon niet functioneerde toen deze werd aangetroffen. Eveneens onweersproken is dat de aangetroffen accu en oplader niet compatibel zijn met de mobiele telefoon (en juist wel met een eerder bij klager aangetroffen mobiele telefoon). Een en ander is van meet af aan door klager aangevoerd, maar kennelijk niet nader onderzocht. Bij deze stand van zaken bestaan er onvoldoende aanwijzingen dat de telefoon van klager is dan wel dat klager weet heeft gehad van de aangetroffen mobiele telefoon. Gelet op het voorgaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen voor zover daartegen beroep is ingesteld en het beklag alsnog gegrond verklaren voor zover de disciplinaire straf is opgelegd in verband met de aangetroffen mobiele telefoon. Op basis van de overige aangetroffen contrabande had een disciplinaire straf van ongeveer vijf dagen eigen cel in de rede gelegen. De beroepscommissie zal daarom een tegemoetkoming van € 37,50 aan klager toekennen.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 37,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. M.J. Stolwerk en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 30 december 2019.

secretaris        voorzitter

Naar boven