Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/5368/JB, 18 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:18-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

Nummer          :           R-19/5368/JB

 

Betreft :           [klager]            datum: 18 december 2019

 

 

De alleensprekende beroepsrechter als bedoeld in artikel 78, eerste lid, in verbinding met artikel 74, derde lid en vierde lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Greven, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 25 november 2019 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Op grond van het dossieronderzoek overweegt en beslist de beroepsrechter als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft op 25 november 2019 beslist tot overplaatsing van klager van de rijks justitiële jeugdinrichting (r.j.j.i.), locatie De Hunnerberg te Nijmegen naar de locatie De Hartelborgt te Spijkenisse van die r.j.j.i.

 

2.         Ontvankelijkheid

Ingevolge artikel 18, eerste lid en onder b van de Bjj kan een jeugdige een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot overplaatsing naar een ander j.j.i.

Op grond van het vijfde lid van artikel 18 Bjj blijft het indienen van een bezwaarschrift achterwege indien de jeugdige in de gelegenheid is gesteld zijn bezwaren tegen een door de selectiefunctionaris voorgenomen en hem betreffende beslissing als bedoeld in het eerste lid kenbaar te maken.

Namens klager is aangevoerd dat rechtstreeks beroep kan worden ingediend, omdat het eerst indienen van bezwaar een wassen neus is. Klager heeft zijn bezwaren tegen de overplaatsing eerder kenbaar gemaakt tijdens het MDO van 23 augustus 2019. Bovendien heeft De Hunnerberg in reactie op het advies van de psychiatrisch adviseur argumenten tegen de overplaatsing aangevoerd en staat klager daar 100% achter. Klager meent daarom dat hij in het beroep kan worden ontvangen.

De selectiefunctionaris heeft aangevoerd dat klager en zijn advocaat tijdens het overleg van 23 augustus 2019 hebben gemeld dat zij wensen dat klagers behandeling binnen De Hunnerberg zal worden voortgezet, maar dat op grond daarvan niet kan worden geconcludeerd dat is voldaan aan de situatie als bedoeld in het vijfde lid van artikel18 Bjj. Volgens de selectiefunctionaris blijkt uit het beroepschrift dat dit tevens als bezwaarschrift is ingediend en reiken de daarin aangevoerde bezwaargronden verder dan eerder gemeld. De selectiefunctionaris is daarom van mening dat klager niet in het beroep kan worden ontvangen.

De beroepsrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat in klagers geval de bezwaarschriftprocedure tegen de daadwerkelijk genomen beslissing tot overplaatsing zou moeten worden overgeslagen op de grond dat klager in een MDO of tijdens een zorgconferentie heeft gemeld dat hij niet wil worden overgeplaatst. De bezwaarschriftprocedure is blijkens de MvT bij de Bjj (Kamerstukken II, 1997-1998, 26016 nr. 3, onder 21) immers bedoeld om  betrokkenen zoals klager en zijn raadsvrouw voorafgaand aan een eventuele beroepsprocedure in de gelegenheid te stellen hun bezwaren gemotiveerd naar voren te brengen en de selectiefunctionaris in de gelegenheid te stellen naar aanleiding daarvan de genomen beslissing al dan niet te heroverwegen. Dat geldt in dit geval des te meer nu zich na 23 augustus 2019 nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan die in de beslissing zijn meegenomen. Er heeft op 24 september 2019 een zorgconferentie plaatsgevonden, er zijn nieuwe adviezen ingewonnen en de PIJ van klager is verlengd. Al die informatie was op 23 augustus 2019 nog niet bekend. Een en ander volgt ook uit de stukken op grond waarvan voldoende aannemelijk is dat de in het beroepschrift naar voren gebrachte bezwaren inhoudelijk meer omvatten dan eerder – in het gesprek op 23 augustus 2019 - gemeld en dat de selectiefunctionaris daarvan niet eerder heeft kennisgenomen.

Klager kan daarom niet in het beroep worden ontvangen. De beroepsrechter  verzoekt de selectiefunctionaris het beroepschrift aan te merken als bezwaarschrift en daarop zo spoedig mogelijk te beslissen.

 

3.         De uitspraak

De beroepsrechter verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

 

 

Aldus gegeven door de beroepsrechter voornoemd, mr. P. de Bruin, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 december 2019.

 

 

                         

 

secretaris        voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven