Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3805/GA, 23 december 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:         R-19/3805/GA

betreft:            [Klager]           datum: 23 december 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [Klager], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 8 mei 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard, en van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 11 oktober 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.H.J. van Rhijn. Voorts is gehoord […], juridisch medewerker van de locatie Sittard.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het gegeven dat klager niet is geïnformeerd toen zijn advocaat op 2 april 2019 in de p.i. is verschenen voor ambtelijk bezoek (G-2019-000275). De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. Het is onbegrijpelijk dat medewerkers van de p.i. niet wisten waar klager was toen zijn raadsman op 2 april 2019 bij hem op bezoek kwam. Op de afdeling hangt een bord met daarop de namen van de gedetineerden. Achter elke naam staat waar de gedetineerde zich op dat moment bevindt, zo ook die dag achter de naam van klager. Klager was op het moment dat zijn raadsman zich meldde voor een bezoek aan hem bij de tandarts. Klager wist niet dat zijn raadsman die dag een bezoek aan hem zou brengen en daardoor ook niet op welk moment. De raadsman stelt zich op het standpunt dat hij vaker problemen ervaart wanneer hij een afspraak wil maken om klager te bezoeken. Dat ligt niet aan klager, maar aan de p.i. Klager en zijn raadsman hadden een belangrijke afspraak die dag, dat maakt het extra kwalijk dat de afspraak geen doorgang heeft kunnen vinden. Het is voor klager een principekwestie. Klager heeft het gevoel dat de medewerkers van de p.i. hem bewust in de weg zitten. Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. Uit het beklagschrift bleek niet dat klager op 2 april 2019 bij de tandarts was. Pas in het beroepschrift is dit naar voren gebracht. Naar aanleiding van deze informatie is gecontroleerd of klager die dag daadwerkelijk bij de tandarts was en dit bleek het geval te zijn. De uitspraak van de beklagrechter is dan ook gebaseerd op onvolledige informatie. Op grond van de thans beschikbare informatie luidt het standpunt dat anders gehandeld had kunnen en moeten worden. Voor klager en zijn raadsman is het een vervelende situatie geweest.

3.         De beoordeling
Op het moment dat de raadsman van klager op 2 april 2019 bij klager op bezoek kwam, hadden de medewerkers van de p.i., gelet op de informatie die verstrekt moet worden over het wanneer en waarom een gedetineerde de afdeling verlaat/heeft verlaten, kunnen weten waar klager verbleef op het moment dat zijn raadsman zich meldde voor een bezoek en hadden zij klager moeten oproepen. Nu dit ten onrechte niet is gebeurd, zal het beroep van klager gegrond worden verklaard. Aan klager zal een financiële tegemoetkoming worden toegekend van € 10,=.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. D. van der Sluis, voorzitter, mr. M. Keppels en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 23 december 2019.                

 

secretaris                                                       voorzitter

 

 

Naar boven