Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2415/TA, 8 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:08-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2415/TA

betreft: [klager] datum: 8 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 15 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 8 oktober 2003 van de beklagcommissie bij Flevo Future, locatie De Singel, te Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 december 2003, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatie Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormeldetbs-inrichting
mr. [...]. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de insluiting van klager op kamer van zaterdag 24 juli 2003 te 16.30 uur tot zondag 25 juli 2003, 11.30 uur.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De insluiting is onterecht en komt niet overeen met de tijden vermeld op het dagprogramma. Het is een wraakactie van desociotherapeuten omdat klager ageert tegen de onbillijke en onredelijke behandeling en bejegening door het personeel van de inrichting. Er is geen beslissing tot afzondering genomen. Als door ziekmelding van personeel niet hetvolledige dagprogramma kan worden geboden, dient er compensatie te worden aangeboden.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er is geen beslissing tot afzondering genomen. Er heeft die dag geen incident plaatsgevonden en er was geenreden om klager af te zonderen. Waarschijnlijk heeft klager niet deelgenomen aan bepaalde activiteiten en is hij eerder ingesloten. Er is wel enige tijd sprake geweest van een noodrooster, maar niet op de betreffende data.

3. De beoordeling
Klager meent dat zijn bewegingsvrijheid binnen de kliniek, als vermeld in artikel 31 Bvt, is geschonden, nu hij in afwijking van het dagprogramma op zijn kamer is ingesloten van zaterdag 24 juli 20003 te 16.30 uur tot zondag 25 juli2003, 11.30 uur. Een beklag betreffende een vermeende schending van een in de wet neergelegd recht van een verpleegde is naar vaste jurisprudentie van de beroepscommissie beklagwaardig en derhalve zal de beroepscommissie klageralsnog in het beklag ontvangen.

Uit artikel 31, tweede lid, Bvt volgt dat een verpleegde recht heeft op in totaal tenminste vier uren per dag samen met een of meer verpleegden door te brengen. Door klager is niet gesteld, noch is dit de beroepscommissie gebleken,dat hij zodanig in zijn bewegingsvrijheid is beperkt dat niet aan bovenvermelde wettelijke eis is voldaan. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing namens het hoofd van de inrichting om klager op zijn kamer telaten verblijven op genoemde tijden niet in strijd met de wet is en dat deze bij afweging van alle belangen niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt, temeer nu in geringe mate van klagers reguliere dagprogramma isafgeweken. De beroepscommissie zal het beklag ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. H.P.J. Vos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 januari 2004

secretaris voorzitter

nummer: 03/2415/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 10 december 2003, gehouden in de penitentiaire inrichting Overijssel, locatieZwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: dr. E.B.M. Rood-Pijpers en drs. H.P.J. Vos.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van Flevo Future, locatie De Singel, te Amsterdam, mr. K.G. Jansen.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
De insluiting is onterecht en komt niet overeen met de tijden vermeld op het dagprogramma. Het is een wraakactie van de sociotherapeuten omdat klager ageert tegen de onbillijke en onredelijke behandeling en bejegening door hetpersoneel van de inrichting. Er is geen beslissing tot afzondering genomen. Als door ziekmelding van personeel niet het volledige dagprogramma kan worden geboden, dient er compensatie te worden aangeboden.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard. Er is geen beslissing tot afzondering genomen. Er heeft die dag geen incident plaatsgevonden en er was geen reden om klager af te zonderen.Waarschijnlijk heeft klager niet deelgenomen aan bepaalde activiteiten en is hij eerder ingesloten. Er is wel enige tijd sprake geweest van een noodrooster, maar niet op de betreffende data.

secretaris voorzitter

Naar boven