Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2552/TA, 31 mei 2019, beroep
Uitspraakdatum:31-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          R-19/2552/TA

betreft: [klager]           datum: 31 mei 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 19 december 2018 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. Ter zitting van de beroepscommissie van 23 april 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting […] en […], respectievelijk jurist en hoofd behandeling bij FPC De Kijvelanden. Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de aan klager opgelegde ordemaatregel van afdelingsarrest (klachtnummer K-2018-000421).
De beklagcommissie heeft het beklag ten aanzien van de oplegging van de ordemaatregel ongegrond verklaard, het beklag met betrekking tot de duur van de ordemaatregel gegrond verklaard, en ter zake (nog) geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De ordemaatregel is op 6 juli 2018 aan klager opgelegd. Het klaagschrift is door de commissie van toezicht op 27 juli 2018 ontvangen – deze datum van ontvangst is rechtsboven op het klaagschrift gestempeld – en omdat de envelop ongefrankeerd was, is deze weer teruggestuurd aan klager. Vervolgens heeft klager het klaagschrift opnieuw toegestuurd en is het klaagschrift op 13 augustus 2018 opnieuw ontvangen door de commissie van toezicht. De laatste datum is linksboven op het klaagschrift gestempeld. De ordemaatregel is op 3 augustus 2018 verlengd. Het is dan de vraag of klager wel op tijd beklag heeft ingediend. Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling
Voor zover het beroep is gericht tegen de ongegrondverklaring van het beklag staat, zoals volgt uit RSJ 14 mei 2014, 13/4185/TA en RSJ 22 juli 2011, 11/1048/TA en 11/1122/TA, voor het hoofd van de inrichting geen beroep open tegen de ongegrondverklaring van een beklag en zal de beroepscommissie het hoofd van de inrichting in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in het beroep. Ten aanzien van de duur van ordemaatregel overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de toelichting namens het hoofd van de inrichting ter zitting is vast komen staan dat klagers ongedateerde klaagschrift op het secretariaat van de beklagcommissie voor de eerste keer is ontvangen op 27 juli 2018. Dit klaagschrift kan enkel betrekking hebben op de beslissing van 6 juli 2018 om klager een ordemaatregel van afdelingsarrest op te leggen omdat ten tijde van het indienen van het beklag nog geen beslissing tot verlenging van de ordemaatregel was genomen. Gelet op het bepaalde in artikel 58, vijfde lid, Bvt waaruit volgt dat het klaagschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de verpleegde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen, wordt ingediend en geen omstandigheden zijn aangevoerd of gebleken waaruit kan worden geoordeeld dat klager verschoonbaar deze termijn heeft overschreden, zal de beroepscommissie klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het hoofd van de inrichting niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dit betrekking heeft op de beslissing tot oplegging van het afdelingsarrest. Ten aanzien van de duur van het afdelingsarrest verklaart zij het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond, vernietigt zij in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, drs. M.J. Selnick Marzullo en mr. T.B. Trotman, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 mei 2019.                             

                     

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven