Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2418/GA, 04 oktober 2019, beroep
Uitspraakdatum:04-10-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

nummer:          R-18/2418/GA

betreft: [klager]                                    datum: 4 oktober 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Iwema, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 29 november 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag,  alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman voormeld, om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het niet nemen van een beslissing op klagers verzoek van 25 maart 2018 om een televisie met een scherm van 37 inch te mogen invoeren (klachtnummer ZW-2018-215). De beklagrechter heeft, zo begrijpt de beroepscommissie - onder meer vanwege de omstandigheid dat de directeur bij brief van 18 juli 2018 aan klager heeft bericht dat met betrekking tot het invoeren van een eigen televisie is besloten dit aan gedetineerden op de gevangenisafdelingen toe te staan als het beeldscherm niet groter is dan 22 inch - de beslissing van de directeur om klager niet toe te staan een televisie met een groter scherm dan 22 inch in te voeren beoordeeld en het beklag daartegen ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft om medische redenen, de beperking van zijn gezichtsvermogen, gevraagd om een televisie met een groter beeldscherm. Gelet op de constructie in de cel is het dichterbij plaatsen van de bestaande televisie geen technische optie, omdat de televisie dan midden in de cel zou staan, met kabels dwars door de cel. De kabels reiken ook niet zo ver. Het (zeer) dichtbij plaatsen van de televisie is evenmin een optie, omdat ook dat slecht zou zijn voor de ogen van klager. De directeur heeft aangegeven te persisteren bij het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3.         De beoordeling
Klager heeft een medische reden aan zijn verzoek ten grondslag gelegd. De directeur heeft aangevoerd dat de veiligheid aan de toewijzing van klagers verzoek in de weg staat en dat een richtlijn voorschrijft dat een televisiescherm maximaal 22 inch mag zijn. De directeur heeft echter niet gemotiveerd waarom een televisie met een groter scherm onveilig zou zijn en onvermeld is gelaten in welke richtlijn staat dat een televisiescherm maximaal 22 inch mag zijn. De beroepscommissie acht de beslissing van de directeur daarom onvoldoende gemotiveerd en daarmee onzorgvuldig. Het beklag zal daarom gegrond worden verklaard. Nu klager vanwege de sluiting van de p.i. Zwaag is overgeplaatst naar een andere p.i., zodat het niet meer mogelijk is een nieuwe beslissing te nemen, acht de beroepscommissie een tegemoetkoming van €10,= aangewezen.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter,  mr. D. van der Sluis en mr. R.H. Koning, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris,  op 4 oktober 2019.                                              

 

secretaris        voorzitter

 

Naar boven