Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1579/TA, 8 februari 2019
Uitspraakdatum:08-02-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           R-18/1579/TA

betreft: [klager] datum: 8 februari 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.W.H.M. Wolters, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 24 augustus 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag, te Groningen verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend (Me 2018/000084), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. D.W.H.M. Wolters om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het feit dat bij klager een USB-stick is aangetroffen die is gecontroleerd en dat klager voor deze controle € 30,= moest betalen.

De beklagrechter heeft de klacht gegrond verklaard en een compensatie aan klager toegekend van € 5,=. 

 

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beroep van klager is niet gericht tegen de gegrond verklaring van zijn klacht maar tegen de hoogte van de toegekende compensatie.

Klager stelt dat het uitvoeren van controles een bij wet aan de kliniek opgedragen taak is, in het kader van het - onder meer - bewaken van de orde en veiligheid.

De kosten van een dergelijk controle mogen niet aan patiënten worden doorbelast. De compensatie dient derhalve € 30,=te bedragen in plaats van € 5,=.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het controleren van gegevensdragers is een erg tijdrovende klus. De hoop is dat het doorberekenen van de (symbolische) kosten van een controle aan een patiënt die zijn afspraken niet nakomt, bijdraagt aan het voorkomen van schendingen. Klager heeft op 3 maart 2017 een oplegvel Protocol aanvraag en gebruik Data-Opslag en/of Verwerkings- Apparatuur (DOVA) ondertekend, waarbij hij te kennen heeft gegeven op de hoogte te zijn van het DOVA-protocol, de voorwaarden die hieraan verbonden zijn en de consequenties bij het overtreden van het protocol.  Op 29 maart 2018 is bij klager een USB-stick in beslaggenomen die hij niet in zijn bezit mocht hebben. Deze USB-stick is gecontroleerd en hier stonden pornofilms op, wat niet is toegestaan. Het is niet meer dan logisch en redelijk dat klager hiervoor verantwoordelijk wordt gehouden.

Het inhouden van een bedrag van € 25,= op zijn rekening-courant is hier een onderdeel van. Klager komt geen verdere tegemoetkoming toe omdat hij de door de beklagrechter toegekende compensatie van € 5,= inmiddels heeft ontvangen.

 

3.         De beoordeling

De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming.

Bij RSJ 10 december 2018, R-18/335/TA betreffende eenzelfde klacht van een andere klager heeft de beroepscommissie overwogen dat het doorberekenen van kosten in verband met het controleren van gegevensdragers onredelijk en onbillijk is aangezien het uitvoeren van zulke controles een taak van de inrichting is. Aan klager hadden helemaal geen kosten in rekening mogen worden gebracht. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming dan € 5,= vaststellen, namelijk € 30,=.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. T.B. Trotman, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 8 februari 2019.

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven