Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3767/GM, 29 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:29-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                                                     

                                                      

nummer:         R-19/3767/GM

betreft:            [klager]            datum: 29 november 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Rotterdam te Hoogvliet, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 1 mei 2019 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Klager en de inrichtingsarts zijn uitgenodigd ter zitting van de beroepscommissie van 14 oktober 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was gezorgd, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De inrichtingsarts is niet ter zitting verschenen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 7 januari 2019, betreft het onzorgvuldig handelen door de inrichtingsarts met betrekking tot klagers ziektebeeld en het zoekraken van een recept van de cardioloog.

2.         De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft de klacht als volgt toegelicht. Op 30 november 2018 heeft klager van de cardioloog een recept gekregen die door de begeleiders is afgegeven aan het BAD. Klager heeft elke dag gevraagd waar de medicijnen waren. Hier werd door de medische dienst niet op gereageerd. Ook het personeel heeft de medische dienst telefonisch hierom verzocht. Pas na acht tot negen weken had dit resultaat. Een dag vóór eerste toediening had de arts, die klager op cel bezocht, de twee zoekgeraakte recepten bij zich. Klager kreeg na inname van het door de KNO-arts voorgeschreven antibioticum op 18 december 2018 een heftige allergische reactie. Een verpleegkundige zou nakijken of er een tegenmiddel beschikbaar was, maar zij liet weten dat dit middel er niet was. De volgende dag meldde klager zich bij de medische dienst en kreeg te horen dat het middel met antistof er wel was, maar dat de geraadpleegde arts deze niet wilde verstrekken. Als gevolg daarvan heeft klager enkele benauwde en heftige uren moeten doormaken achter een gesloten deur. Op 21 december 2018 heeft de huisarts zelf nieuwe antibiotica voorgeschreven. Klagers behandeling van de linkerschouder na zijn bezoek aan het St. Franciscus Ziekenhuis laat te wensen over. Tot op heden is klager niet meer in staat geweest zijn arm volledig te gebruiken. De inrichtingsarts heeft hierop gereageerd door toezending van het medisch dossier.

3.         De beoordeling
De beroepscommissie merkt op dat van de zijde van de inrichtingsarts een inhoudelijke reactie ontbreekt, zodat voor de beoordeling van de klacht moet worden uitgegaan van de beschikbare gegevens uit het medisch dossier en hetgeen klager hierover onbestreden stelt. Klager heeft toegelicht dat tijdens zijn bezoek aan de cardioloog in het ziekenhuis op 30 november 2018 een recept is meegegeven aan de begeleiders van klager. Klager heeft vervolgens elke dag gevraagd naar de medicatie. Klager ontving de medicatie pas weken later, volgens hem na acht tot negen weken. In het medisch dossier wordt op 16 januari 2019 melding gemaakt van contact met de cardioloog, naar aanleiding waarvan een brief van de cardioloog zou worden gefaxt. Diezelfde dag heeft de inrichtingsarts klager op cel bezocht en een kopie van de brief van de cardioloog meegenomen omdat klager daarom had gevraagd. De beroepscommissie is van oordeel dat naar aanleiding van klagers herhaaldelijke vragen over de medicatie, het op de weg van de inrichtingsarts had gelegen eerder contact op te nemen met de medisch specialist. Door dit niet te doen dient het handelen van de inrichtingsarts te worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal in zoverre gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 50,=. Wat betreft de allergische reactie na toediening van het antibioticum, komt uit het medisch dossier naar voren dat op de allergische reactie is gereageerd door stopzetting van de medicatie en door klager op de nachtcontrole te zetten. De beroepscommissie is van oordeel dat dit een juiste reactie is geweest. In de stukken is geen aanleiding gevonden klager daarnaast nog medicatie, bijvoorbeeld een antihistamine voor te schrijven. Gelet hierop kan het handelen van de inrichtingsarts niet als onzorgvuldig worden aangemerkt. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard. Door klager wordt in beroep ook nog gewezen op klachten aan zijn linkerschouder na een bezoek in het ziekenhuis. De beroepscommissie merkt op dat in beroep alleen aan de orde kan zijn het medisch handelen van de inrichtingsarts zoals dat in de klacht aan de orde is gesteld en toegelicht. Uitbreiding van de klacht in beroep is niet mogelijk. Klager zal in zoverre niet-ontvankelijk in zijn beroep worden verklaard.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor wat betreft de medicatie van de cardioloog en het te laat contact opnemen met dat specialisme. Zij verklaart het beroep ongegrond voor wat betreft het medisch handelen na de allergische reactie. Zij verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor wat betreft de klachten aan zijn linkerschouder. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Rotterdam toekomende tegemoetkoming op € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, drs. K.M.P.A.M. Habryka en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris op 29 november 2019

 

                        secretaris                                                       voorzitter

 

 

 

 

Naar boven