Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2862/GM, 26 november 2019, beroep
Uitspraakdatum:26-11-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

                                                   

                                             

nummer:         R-19/2862/GM

betreft:            [klager]            datum: 26 november 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van  […], verder te noemen klager, gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 30 april 2019 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ter zitting van de beroepscommissie van 14 oktober 2019, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad te Westzaan, is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.H.A. Beijersbergen van Henegouwen gehoord. De tandarts verbonden aan de p.i. Vught heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 7 november 2018, betreft:

- het lang moeten wachten op behandeling van klagers pijnklachten;
- de weigering klager te verwijzen naar de Amalia Kliniek;
- het verkeerd invullen van de machtigingsaanvraag, en
- het niet betalen van de rekening voor het plaatsen van een kroon.

2.         De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd. Op 22 augustus 2018 is klagers noodkroon afgebroken. Klager heeft de medische dienst geïnformeerd dat hij angst heeft voor de tandarts en daarvoor in behandeling is bij de Amalia Kliniek, waar de behandelingen onder volledige narcose plaatsvinden. Op 12 oktober 2018 bleek dat nog steeds geen machtiging was aangevraagd. Klager zou eerst een wortelkanaalbehandeling bij de Amalia Kliniek moeten krijgen. Een afspraak is vier of vijf keer verplaatst, omdat de tandarts geen tijd had. Begin december 2018 bleek uit de stukken dat de machtiging 20 dagen eerder al was afgewezen. Er is sprake van gebrekkige communicatie door de medische dienst. Als klager dit eerder was verteld, dan had hij opnieuw stappen kunnen ondernemen. Klager ondervindt al maanden onnodig pijn. Er zit een gat in klagers kies en de afgeslepen randen zijn zeer gevoelig bij eten, drinken, tanden poetsen en ademhalen. Ook bleek een nota van de Amalia Kliniek van 4 april 2017 (ingediend bij de p.i. Roermond) nog steeds niet betaald. Die rekening had betrekking op een behandeling op 28 november 2016. De Amalia Kliniek heeft bericht pas iets voor klager te kunnen betekenen, als die nota is betaald. DJI moet de rekening betalen. Klager kan er niets aan doen dat de inrichtingstandarts niet over alle stukken beschikt. De verantwoordelijkheid voor de communicatie ligt bij de medische dienst, niet bij hem. Als het machtigingsformulier verkeerd is ingevuld, is sprake van medisch verwijtbaar handelen. De tandarts heeft steken laten vallen. De inrichtingstandarts was bekend met klagers angst voor de tandarts. Ook simpele behandelingen zoals het verwijderen van tandsteen vinden onder narcose plaats. De rekening van de Amalia Kliniek is inmiddels betaald en in januari 2019 is de machtiging alsnog afgegeven. Helaas is nog steeds geen datum geprikt voor een behandeling in de Amalia Kliniek. Klagers raadsman heeft toegelicht dat dit te maken heeft met de bijzondere positie van klager. Het blijkt lastig te zijn tandartsen te vinden die klager willen helpen. De wortelkanaalbehandeling heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Als gevolg van de klachten kan klager niet goed kauwen en slikt hij grote stukken door. Dit leidt weer tot darmklachten. Klager hoopt dat zijn klacht serieus wordt genomen. De tandarts heeft naar voren gebracht dat het indienen van een machtigingsaanvraag rond de feestdagen niet altijd even soepel verloopt. De behandelingen van klager hadden volgens de inrichtingstandarts ook in de p.i. Vught kunnen plaatsvinden. Klager wilde echter uitsluitend onder narcose behandeld worden en had nog schulden openstaan bij de kliniek, waardoor voorlopig ook daar geen behandeling mogelijk was. Behandelingen in de situatie van klager, het plaatsen van kronen onder volledige narcose, zijn niet standaard mogelijk. Het betreft niet toegestane behandelingen en het aanvragen hiervan kost veel tijd.

3.         De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat in deze procedure ter beoordeling voorligt het medisch handelen van de inrichtingstandarts tot aan het moment waarop de klacht ter bemiddeling is doorgezonden aan de tandheelkundig adviseur op 7 november 2018. De beroepscommissie stelt vast dat klager zich op 22 augustus 2018 bij de medische dienst heeft gemeld in verband met een losse kroon. Hij werd door de medische dienst op de planning gezet voor een bezoek aan de tandarts. De medische dienst was ermee bekend dat klager angst heeft voor de tandarts en dat hij om die reden in de Amalia Kliniek is behandeld. Op 28 augustus 2018 is aan de medische dienst gemeld dat klager de loszittende kroon heeft ingeslikt. Klager had sindsdien ter plaatse waar de kroon had gezeten gevoeligheidsklachten. Op 18 oktober 2018 is een machtigingsaanvraag voor een behandeling in de Amalia Kliniek naar de medisch adviseur ingestuurd. Op 14 november 2018 is de melding dat de machtigingsaanvraag is afgewezen, binnengekomen. De beroepscommissie is van oordeel dat niet goed valt in te zien waarom het na de melding van de losse kroon op 22 augustus 2018 en het bekend worden van klagers gevoeligheidsklachten bijna twee maanden heeft geduurd voordat een machtigingsaanvraag is ingediend. De inrichtingstandarts heeft hiervoor geen verklaring kunnen geven. Ook heeft de inrichtingstandarts niet betwist dat de aanvraag van 18 oktober 2018 niet juist is ingevuld en dat (mede) daardoor de machtiging voor een behandeling in de Amalia Kliniek onder volledige narcose in eerste instantie is afgewezen. Het beroep zal daarom op deze onderdelen gegrond worden verklaard. Voor het door klager geleden ongemak acht de beroepscommissie een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 50,=. Klager voert nog aan dat de rekening van de Amalia Kliniek van 4 april 2017 ten onrechte niet is betaald. De beroepscommissie is van oordeel dat het niet betalen van een rekening geen medisch handelen betreft waarover in deze procedure kan worden geklaagd. Klager kan in zoverre niet worden ontvangen in zijn klacht.

4.         De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond voor wat betreft het niet tijdig aanvragen van een machtiging en het onjuist invullen van de machtigingsaanvraag van 18 oktober 2018. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de p.i. Vught toekomende tegemoetkoming op € 50,=.
Zij verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht met betrekking tot het niet betalen van de rekening van de Amalia Kliniek van 4 april 2017.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. N.C. van Lookeren Campagne, voorzitter, dr. H.J.P. Kroeze en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 26 november 2019

 

                        secretaris                                                       voorzitter

 

 

Naar boven