Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2501/GA, 5 januari 2004, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2501/GA

betreft: [klager] datum: 5 januari 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 29 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 16 oktober 2003 van de beklagcommissie bij de locatie De IJssel van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Rijnmond te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verzenden van een (ongefrankeerd) aangeboden beroepschrift.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft een ongefrankeerde brief aangeboden, gericht aan de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (Rsj). In die brief bevond zich een beroepschrift tegen een uitspraak van de beklagcommissie. De brief werd echterdoor de bevolkingsadministratie van de inrichting geweigerd en retour gezonden aan klager. Klager heeft vervolgens het beroepschrift door tussenkomst van de beklagcommissie alsnog kunnen verzenden. Door die weigering van deadministratie om de brief te verzenden, bestond het gevaar dat klagers beroepstermijn zou verlopen. Op deze manier tracht de inrichting beroepschriften te verdoezelen en er voor te zorgen dat beroepschriften niet of te laat bij deberoepscommissie aankomen.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.
De beoordeling
Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de uitspraak van de beklagcommissie niet in stand blijven. Het beklag is gericht tegen het niet doorzenden van een beroepschrift door medewerkers van de inrichting en dus tegen eenbeslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager moet daarom alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

Het beroepschrift, waarover door klager wordt geklaagd, is bij de Raad ontvangen. De beroepscommissie heeft klager terzake van dat beroep (met kenmerk 03/1906/GA) ontvankelijk geacht en het beroep bij uitspraak van 8 december 2003ongegrond verklaard. Alleen al om die reden heeft klager geen belang meer bij een inhoudelijke behandeling van het onderhavige beklag. Dat beklag zal daarom alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 5 januari 2004

secretaris voorzitter

Naar boven