nummer: R-19/3918/GA
betreft: [klager] datum: 31 oktober 2019
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 27 mei 2019 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting Sittard, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagcommissie heeft klagers beklag betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 23 april 2019 (G-2019000335), gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Aan klager is een tegemoetkoming van € 10,= toegekend.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering, omdat het door klager gemiste loon alleen al € 7,43 bedraagt. Klager verzoekt om toekenning van een financiële tegemoetkoming voor het gemiste loon en € 7,50 per dag. De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming nu deze niet in lijn is met de standaardbedragen tegemoetkomingen die de beroepscommissie hanteert. Klager heeft ten onrechte een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in eigen cel ondergaan. Het standaardbedrag hiervoor is € 7,50 per dag. Het totale bedrag dat aan klager zou moeten worden toegekend komt dan neer op € 22,50. De beroepscommissie ziet geen aanleiding af te wijken van het standaardbedrag en aan klager zal dan ook een tegemoetkoming worden toegekend conform het standaardbedrag. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. R.H. Koning en mr. D. van der Sluis, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Vogel, secretaris, op 31 oktober 2019.
secretaris voorzitter