Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4495/GB, 22 oktober 2019, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/4495/GB

Betreft:            […]      datum: 22 oktober 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T. Sandrk, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 13 augustus 2019 genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen de beslissing van 4 april 2019 waarin zijn verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht is afgewezen en is beslist hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam.

2.         De feiten

Klager is sinds 26 februari 2013 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager wil graag naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht in verband met bezoek van zijn familie. Hij week slechts af van dit verzoek, omdat de Minister hem geen keuze liet. Met die afwijzing kan hij zich echter niet verenigen. Het vermoeden dat klager in de p.i. Dordrecht een ontvoering had willen organiseren om zo vrij te kunnen komen, is slechts gebaseerd op de verklaring van een verwarde gedetineerde met wie klager een slechte verhouding had. De p.i. Dordrecht kan bevestigen dat er geen sprake was van enige dreiging. Sindsdien zijn bovendien alweer vele jaren verstreken.

3.2.      Namens de Minister is daarop als volgt gereageerd. De raadsvrouw heeft haar stellingen niet onderbouwd. De informatie op grond waarvan klager destijds uit de p.i. Dordrecht is geplaatst, werd volgens de directeur destijds als zeer betrouwbaar gezien. Klager is daarom niet welkom. Het valt niet uit te sluiten dat iemand iets over de inrichtingsmuren gooit. De Schie is wat dat betreft een betere optie. Deze inrichtingen liggen niet ver van elkaar vandaan. Op 21 augustus 2019 heeft klager evenwel laten weten niet naar de locatie De Schie overgeplaatst te willen worden.

4.         De beoordeling

4.1.      De initiële beslissing tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie is niet gerealiseerd. De Minister heeft klager in zoverre dan ook terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn daartegen gerichte bezwaar. De beroepscommissie zal het beroep in zoverre dus ongegrond verklaren.

4.2.      Ten aanzien van de afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht, overweegt de beroepscommissie als volgt.

4.3.      Tegen een afwijzende beslissing staat rechtstreeks beroep open, maar onder de beslissing van 4 april 2019 stond geen rechtsmiddelenclausule. Nu de Minister klager niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn bezwaar, zal de beroepscommissie om proceseconomische redenen het bezwaar in deze procedure alsnog  in laatste instantie inhoudelijk beoordelen.

4.4.      Uit de stukken blijkt dat de directie van de p.i. Dordrecht klager liever niet in Dordrecht ontvangt, omdat “de informatie [kennelijk over de geplande ontvoering] destijds als zeer betrouwbaar [werd] gezien en er niet [is] op te maken dat dit veranderd zou zijn”. Er wordt aangegeven dat de luchtplaats direct aan de openbare weg is gelegen en dat daarin risico’s worden gezien.

4.5.      De beroepscommissie is van oordeel dat bovengenoemde bezwaren van de inrichting serieus genomen moeten worden en in beginsel in de weg staan aan een overplaatsing daarnaartoe. Niet is gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat klager, in weerwil van de waarschuwing van de inrichting, naar de p.i. Dordrecht overgeplaatst zou moeten worden. Daar komt nog bij dat  klager is aangeboden dat hij naar de gevangenis van de locatie De Schie overgeplaatst kan worden. De omstandigheid dat hij daar (tot eind augustus 2019) niet naartoe wil(de), kan de Minister niet worden tegengeworpen.

4.6.      Gelet op het voorgaande, zal de beroepscommissie het bezwaar zelf afdoen en ongegrond verklaren.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover dit betrekking heeft op de beslissing inzake klagers bezwaarschrift tegen overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie. De beroepscommissie verklaart klagers bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, drs. M.R. van Veen en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. de Vries, secretaris, op 22 oktober 2019.

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven