Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2315/GA, 23 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:23-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2315/GA

betreft: [klager] datum: 23 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 29 september 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 11 september 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Zuid-West, locatie Dordtse Poorten te Dordrecht, welke aan klager en de directeur op 23 september 2003 isverzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om de invoer van een t.v. en een waterkoker toe te staan.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In ieder huis van bewaring is het toegestaan een t.v. en een waterkoker in te voeren. De veronderstelling dat een waterkoker bij de celinventaris behoort, is niet juist.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
Een waterkoker staat niet op de lijst van verboden voorwerpen en ook niet op de lijst van in de inrichting toegestane voorwerpen. Dit betekent dat de directeur bij zijn beslissing op het verzoek tot invoer een belangenafweging moetmaken. De beslissing van de directeur is niet in strijd met een in de inrichting geldend wettelijk voorschrift en die beslissing kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk wordengeacht. Het beklag moet daarom in zoverre alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voorzover deze betrekking heeft op de weigering tot toestemming voor de invoer van een waterkoker, verklaart klager in zoverre alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maarverklaart dit beklag ongegrond.
De beroepscommissie bevestigt de uitspraak van de beklagrechter voor het overige.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 23 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven