Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/2804/GA, 07 oktober 2019, beroep
Uitspraakdatum:07-10-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Luchten  v

 

nummer:          R-19/2804/GA

betreft: [Klager]           datum: 7 oktober 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Iwema, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 18 januari 2019 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting Dordrecht, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:          

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de omstandigheid dat klager op 9 december 2018 niet tijdig is uitgesloten voor het luchten, waardoor klager geen volledig luchtmoment heeft genoten (PD-2018-000821). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt toegelicht. Klagers klacht is belangrijk en klager dient ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht. De bestreden beslissing is niet zorgvuldig voorbereid en is niet voorzien van een voldoende draagkrachtige motivering. De bestreden beslissing kon overigens niet in redelijkheid worden genomen en kan niet in stand blijven. Klager is immers daadwerkelijk gekort in diens rechten door de bestreden handelswijze. De directeur heeft zijn standpunt in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Ingevolge het bepaalde in artikel 49, derde lid, van de Pbw rust op de directeur de zorgplicht dat de gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven. Klager heeft derhalve recht om ten minste een uur in de buitenlucht te verblijven. Een vermeende schending van dit recht is vatbaar voor beklag. Klager zal dan ook alsnog worden ontvangen in zijn klacht. Door en namens klager is onweersproken gesteld dat klager op 9 december 2018 niet tijdig is uitgesloten voor het luchten, waardoor hij geen volledig luchtmoment heeft kunnen genieten. Op basis hiervan is voldoende aannemelijk geworden dat de directeur onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn zorgplicht als bedoeld in artikel 49, derde lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal het beklag dan ook gegrond verklaren en zal aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toekennen.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.dr. J. de Lange, voorzitter, mr. T.B. Trotman en mr. J.A.M. de Wit, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 7 oktober 2019.

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven