Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1699/GA, 25 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

nummer:          R-18/1699/GA

betreft: [klager]                                               datum: 25 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift , ingediend door mr. F.L.C. Schoolderman, namens   […], verder te noemen klager,  gericht tegen een uitspraak van 31 augustus 2018 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Sittard, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht. De beroepscommissie heeft de directeur in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. F.L.C. Schoolderman om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de omstandigheid dat klager tijdens het bezoekuur geen gebruik mocht maken van het toilet en ook het bezoek niet mocht afbreken (G-2018-000656). De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft het beklag niet-ontvankelijk verklaard, omdat de beklagrechter de klacht heeft opgevat als gericht tegen het bepaalde in paragraaf 3.8.1 van de huisregels van de p.i. Sittard. Hierin is bepaald dat een gedetineerde wordt gevisiteerd als hij tijdens het bezoek gebruik maakt van het toilet. Dit betreft echter een foutieve interpretatie van de klacht. Klager is in zijn beklag opgekomen tegen het feit dat hem de toegang tot de toilet tijdens zijn bezoek in zijn geheel werd ontzegd. Uit de navolgende passage uit de uitgewerkte uitspraak van de beklagrechter blijkt ook dat dit door de directeur wordt toegegeven: “het is dus correct dat klager geen gebruik heeft mogen maken van het toilet in de bezoekzaal”. Het staat derhalve vast dat klager tijdens het bezoek - in strijd met het bepaalde in de huisregels - de toegang tot de toilet is ontzegd. De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht. 

3.         De beoordeling

In de huisregels van de p.i. Sittard staat in paragraaf 3.8.1 het navolgende vermeld: ¨Indien u zelf of een volwassen bezoeker gebruik maakt van het toilet, betekent dit dat u na afloop van het bezoek gevisiteerd zal worden, of, indien dit nodig is naar het oordeel van de aanwezige medewerkers, is dat tevens het einde van het bezoek.¨Klagers klacht ziet op de omstandigheid dat hem de toegang tot het toilet is ontzegd tijdens het bezoekuur en dat hij het bezoek ook niet mocht afbreken. De directeur heeft in het verweerschrift aangegeven dat het correct is dat klager geen gebruik heeft mogen maken van het toilet. De beklagrechter heeft, gelet op het voorgaande, klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, nu klager zich niet beklaagt over een algemene huisregel, maar over een beklagwaardige beslissing genomen namens de directeur. De beroepscommissie zal klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag. Gelet op het bepaalde in de huisregels mocht klager tijdens het bezoekuur gebruik maken van het toilet. Het niet verlenen van toestemming aan klager om gebruik te mogen maken van het toilet tijdens het bezoekuur is in strijd met de huisregels. Voorts is niet gebleken van redenen om aan klager de toegang tot het toilet te ontzeggen. De beroepscommissie komt derhalve tot het oordeel dat de beslissing om aan klager de toegang tot het toilet te ontzeggen niet redelijk en billijk is. Gelet hierop dient het beroep gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toekomt.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter,  J. Schagen MA en mr. T.B. Trotman, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 25 juli 2019. 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven