Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/1091/GA, 31 december 2018, beroep
Uitspraakdatum:31-12-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Zorgplicht  v

nummer:          R-18/1091/GA

betreft: [klager]                                               datum: 31 december 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 7 juni 2018 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad, betreffende de weigering tot het terugstorten van geld dat ten onrechte is afgeschreven voor niet geleverde boodschappen (PL-2017-708), alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 december 2018, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, mevrouw […] (plaatsvervangend) vestigingsdirecteur bij de p.i. Lelystad en de heer […], juridisch medewerker bij de p.i. Lelystad. Als toehoorder was de stagiaire juridisch medewerker van de p.i. Lelystad aanwezig. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De beoordeling

Ter zitting heeft de directeur erkend dat zij tekort is geschoten in haar zorgplicht met betrekking tot de door klager bestelde goederen uit de inrichtingswinkel ex artikel 44, vijfde lid, van de Pbw. Zij heeft daarom klager ter zitting aangeboden het totale bedrag van de goederen te vergoeden, te weten € 10,86. Geprobeerd is klager voor de zitting te bereiken en hem een aanbod te doen. Nu dit niet is gelukt, heeft de directeur ook aangeboden zijn reiskosten te vergoeden. Daarbij zal hij een excuusbrief ontvangen. De beroepscommissie stelt – gelet op het voorgaande - vast dat de directeur tekort is geschoten in haar zorgplicht en verklaart het beroep gegrond. Zij vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Het aanbod van de directeur acht zij passend en zij bepaalt dan ook dat aan klager een tegemoetkoming van € 10,86 toekomt alsmede een vergoeding voor de reiskosten die hij heeft gemaakt om de zitting bij de beroepscommissie van 18 december 2018 bij te kunnen wonen.

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,86 en een vergoeding van zijn reiskosten.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. H. Heddema en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 31 december 2018.

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven