Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/3394/TA, 26 september 2019, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Luchten  v

 

nummer:           R-19/3394/TA

betreft: [klager]                                                                              datum: 26 september 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van het hoofd van de Pompestichting, locatie Nijmegen, verder te noemen de inrichting, gericht tegen een uitspraak van 2 april 2019 van de beklagcommissie bij de inrichting gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 14 augustus 2019, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. S. Roosjen, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting […] en […], juristen bij de Pompestichting.

Tevens was als toehoorder ter zitting aanwezig [...], lid van de Raad. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld

Het beklag betreft de schending van klagers recht om te luchten op 8 oktober 2018. (PN 2018/186) De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager ter zake een tegemoetkoming van € 10,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager.

 Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft voorafgaand aan de maatregel van afzondering drie uitsluituren gehad waarin hij de mogelijkheid had om meer dan een uur te luchten op de patio. Van het personeel kan niet verlangd worden dat bijgehouden wordt of een verpleegde van die mogelijkheid gebruik maakt. Klagers recht om te luchten is niet geschonden. Als klager niet was afgezonderd en zijn reguliere programma had kunnen volgen, had hij nog een uitsluituur gehad waarin hij had kunnen luchten. Klager had inderdaad gevraagd kunnen worden bij het ingaan van de afzondering of hij al gelucht had, maar je weet niet wat voor antwoord je dan krijgt. Luchten is een belangrijk recht. Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het incident vond plaats iets vóór 17.00 uur. Hij is om 17.03 uur afgezonderd. Klager had tijdens zijn uitsluituren die dag nog niet gelucht. Hij wist niet dat hij die dag afgezonderd zou worden. Hij kan niet in de toekomst kijken. Hij had ’s ochtends gesport en ’s middags de mise-en-place gedaan voor zijn avondmaaltijd.

Verwezen wordt naar RSJ 23 december 2015, 15/2433TA en 15/2523/TA en RSJ 4 juli 2014, 14/591/TA. Het recht op luchten is een fundamenteel recht.

3.         De beoordeling

Door het hoofd van de inrichting is gesteld dat klager op de dag dat hij in afzondering werd geplaatst drie uitsluituren had en gedurende die uren had kunnen luchten. Ter zitting van de beroepscommissie is namens het hoofd van de inrichting erkend dat op het moment dat de afzondering inging in klagers reguliere dagprogramma nog een uitsluituur volgde waarop hij, als hij niet was afgezonderd, nog had kunnen luchten. Naar het oordeel van de beroepscommissie had aan klager - gezien het boven-staande - de vraag moeten worden gesteld of hij die dag al had gelucht. Nu dit niet is geschied, kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep van het hoofd van de inrichting zal daarom ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal in zoverre worden bevestigd met deels aanvulling van de gronden.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met deels aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit T.B. Trotman, voorzitter, drs. M. Daniel en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 september 2019.            

           

            secretaris         voorzitter

Naar boven