Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2511/GB, 22 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2511/GB

Betreft: [klager] datum: 22 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 30 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 oktober 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 22 oktober 2003 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zoetermeer afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 14 januari 2003 gedetineerd. Hij verblijft in de afdeling voor psychologisch onvolwassenen Zuid te Middelburg, hierna het jovo-h.v.b. te Middelburg.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen, omdat de transportlijnen naar de rechtbank te Middelburg zo kort mogelijk moesten worden gehouden. De rechtbank heeft inmiddels uitspraak gedaan en klagers zaak zal in beroep in Den Haag wordenbehandeld. Voor klagers bezoek is het erg lastig om vanuit Den Haag in Middelburg op bezoek te komen. De reiskosten zijn fors en bovendien kost het zijn bezoek steeds een dag verlof. Hij zou dan ook graag naar Den Haag wordenovergeplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager vroeg om overplaatsing, omdat hij zich in het jovo- h.v.b. te Middelburg niet veilig voelde. Klager heeft zijn stelling echter niet geconcretiseerd. Ook overigens is het gestelde niet aannemelijk geworden. Klager verblijftthans in een jovo-setting. Het h.v.b. waar hij naar toe wilde, het h.v.b. Zoetermeer, kent geen jovo-bestemming. Hij zat preventief ten behoeve van het parket Middelburg. De transportlijnen moesten kort worden gehouden. Dat klagernu in beroep in Den Haag moet verschijnen, was ten tijde van het nemen van de selectiebeslissing niet bekend.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klagers verzoek om overplaatsing, blijkens de motivering van de beslissing van 17 oktober 2003 zoals die aan klager is meegedeeld, is afgewezen, omdat de transportlijnen naar de rechtbankte Middelburg kort moeten worden gehouden en klager zijn gevoel van onveiligheid in het jovo-h.v.b. te Middelburg onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd.

4.3. De directeur van het jovo-h.v.b. te Middelburg heeft klagers verzoek tot overplaatsing ondersteund. In de ondersteunende rapportage is onder meer vermeld dat de officier van justitie te Middelburg geen bezwaar heeft tegen dedoor klager verzochte overplaatsing op voorwaarde dat de overplaatsing zal plaatsvinden na de reeds geplande zittingsdatum, te weten 2 oktober 2003.
De selectiebeslissing is, nu de opvatting van de officier van justitie ten tijde van de beslissing bekend was, onvoldoende met redenen omkleed. Daarbij komt dat in beroep inmiddels naar voren is gekomen dat
a) klager inmiddels in beroep is gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank te Middelburg en dat zijn strafzaak zal dienen voor het gerechtshof te ’s-Gravenhage en
b) klager zijn voorkeur voor het h.v.b. Zoetermeer heeft bijgesteld in die zin dat hij thans opteert voor het jovo-h.v.b. Scheveningen.

4.4. De beroepscommissie is, gelet op het vorenstaande, van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende is gemotiveerd. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd. De selectiefunctionariszal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

1. Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 22 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven