Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2414/GA en 03/2452/GA, 18 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:18-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/2414/GA en 03/2452/GA

betreft: [klager] datum: 18 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van respectievelijk op 16 en 21 oktober 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriftenrespectievelijk van

[...], verder te noemen klager,

en van

de directeur van de locatie Torentijd te Middelburg,

gericht tegen een uitspraak d.d. 22 september 2003 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van klager, welke uitspraak op 8 oktober 2003 is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 december 2003, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn gehoord klager, en namens de directeur van voormelde locatie de heer [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing dat klager vanaf 4 augustus 2003 niet langer een proefstoel op de werkzaal mag gebruiken.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Voorts heeft de beklagcommissie bepaald klager geen tegemoetkoming toe te kennen.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op een gegeven moment is besloten alle stoelen op de werkzalen te gaan vervangen en gedurende een proefperiode een geschikte stoel uit te zoeken. De leverancier heeft één proefstoel geleverd. Klager heeft lange tijd gebruik van diestoel kunnen maken, maar het was de bedoeling dat meerdere gedetineerden die stoel bij wijze van proef konden gebruiken om te kunnen beoordelen of die stoel geschikt is voor gebruik op alle werkzalen dan wel of naar een andere stoelgekeken zou moeten worden. Om die reden is besloten klager niet langer gebruik te laten maken van de proefstoel. De beklagcommissie is op de stoel van de directeur gaan zitten en ontneemt hem de mogelijkheid om te beslissen of deproefstoel geschikt is voor gebruik op alle werkzalen dan wel om te beslissen naar alternatieven te kijken. Ik ben van oordeel dat de commissie van toezicht klagers probleem in haar adviestaak had moeten meenemen.
Klager had en heeft geen medische indicatie voor gebruik van een andere stoel dan de huidige stoelen op de werkzaal. De proefstoel wijkt qua model niet veel af van de huidige stoelen. In het risico-inventarisatie en evaluatierapportworden gewenste verbeteringen ten aanzien van de stoelen gegeven; daarin staat niet dat de huidige stoelen op de werkzaal in strijd zijn met de Arbeidsomstandighedenwet. De huidige stoelen zijn in 1994 aangeschaft en tot op hedenintensief gebruikt. Klager is de eerste die rugklachten als gevolg van het gebruik van de huidige stoelen naar voren heeft gebracht. De meeste klachten betreffen het afbreken van de stoelpoten. Dat levert veel risico op en om diereden is besloten alle stoelen op de werkzalen te gaan vervangen.
De nieuwe stoelen zijn besteld en zullen in 2004 worden geleverd.
Ik zal onderzoeken in hoeverre het mogelijk is het onderhavige probleem van klager op te lossen door hem op de werkzaal een stoel van de crearuimte te laten gebruiken.
Een toekenning van een tegemoetkoming in de vorm van extra activiteiten levert mogelijk problemen op met het dagprogramma.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Aanvankelijk gaf de dokter mij therapie voor mijn rugklachten, maar dat is nu niet meer mogelijk. Nu gebruik ik pijnstillers. Ik vind het gezellig om te werken, maar kan het niet volhouden op die oude stoelen. Als ik staande werkmag ik de nodige rustpauzes houden, maar ik wil gewoon volwaardig mee kunnen doen en niet anders dan de anderen worden behandeld. Mijn rug heeft veel steun nodig. De proefstoel heeft een sterkere constructie dan de oude stoelen,waardoor mijn rug goede steun van de rugleuning krijgt. Dat is niet zo bij de oude stoelen. Ik overleg een brief van een medegedetineerde, die mijn klacht ondersteunt. Deze medegedetineerde is gevallen door het afbreken van eenstoelpoot en geeft aan dat de rugleuningen van de stoelen op de werkzaal slecht zijn. Ik werk nu niet en lig bijna de hele dag op mijn bed. Sinds twee weken doe ik aan creatieve activiteiten om er even uit te zijn. Ik vind crea nietleuk, maar de stoelen in de crearuimte zijn wel goed.
Ik wil een goede stoel, geen financiële tegemoetkoming. Ik wil zelfs geen geld voor het werk. Ik wil wel meer vrije tijd of activiteiten, bijvoorbeeld extra sporttijd.

3. De beoordeling
De directeur heeft besloten alle stoelen van de werkzalen te gaan vervangen. Klager heeft bij wijze van proef tijdelijk gebruik mogen maken van een door de leverancier geleverde proefstoel. Het lag in de bedoeling dat ook anderegedetineerden bij wijze van proef tijdelijk gebruik van die stoel zouden maken. Voorts staat vast dat klager in verband met zijn rugklachten geen medische indicatie had om die stoel te (blijven) gebruiken. In het licht van hetvorenstaande is de beslissing van de directeur om klager vanaf 4 augustus 2003 niet langer gebruik van de proefstoel te laten maken niet in strijd met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenminonredelijk of onbillijk.
Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard.

Klagers beroep heeft, gelet op de gegrondverklaring van zijn klacht door de beklagcommissie, uitsluitend betrekking op het niet toekennen van een tegemoetkoming door de beklagcommissie. Dit beroep zal ongegrond worden verklaard, nuhet beroep van de directeur gegrond zal worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag alsnog ongegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond en het beroep van klager ongegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H. Heijs en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 18 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven