Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ S-19/2123/SGA, 20 augustus 2019, schorsing
Uitspraakdatum:20-08-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : S-19/2123/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 20 augustus 2019

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. S.J.M. Laurier, namens […], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het Justitieel Complex Zaanstad. 

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 13 augustus 2019, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, waarvan zeven dagen ten uitvoer worden gelegd, ingaande op 13 augustus 2019 om 15.45 uur en eindigend op 20 augustus 2019 om 15.45 uur, wegens het aantreffen van een smartphone in verzoekers cel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke mededeling van de commissie van toezicht van 19 augustus 2019 dat het schorsingsverzoek tevens als klaagschrift is aangemerkt alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 19 augustus 2019.

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de schriftelijke inlichtingen van de directeur, waaronder het schriftelijk verslag van 13 augustus 2019, volgt dat tijdens een celinspectie in verzoekers cel een smartphone (iPhone) is aangetroffen. Verzoeker heeft erkend dat deze smartphone van hem is. In verzoekers cel is twee keer eerder soortgelijke contrabande aangetroffen. Dit betreft strafwaardig gedrag en de directeur heeft hiervoor in redelijkheid aan verzoeker een disciplinaire straf kunnen opleggen.

Namens verzoeker is aangevoerd dat de opgelegde straf disproportioneel is en dat verzoeker is omgekocht. De voorzitter stelt vast dat de directeur aan verzoeker een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel heeft opgelegd, waarvan zeven dagen ten uitvoer gelegd zullen worden. Volgens de directeur heeft verzoeker gebruikgemaakt van de optie dat de overige zeven dagen strafcel kwijtgescholden worden na verrekening met een nog aan verzoeker uit te betalen compensatie van € 40,= naar aanleiding van een uitspraak van de commissie van toezicht van 12 augustus 2019. Op grond van de ‘Landelijke Sanctiekaart 2019’ kan voor het bezit van een mobiele telefoon een disciplinaire straf van maximaal veertien dagen opsluiting in een strafcel opgelegd worden. Gelet op het vorenstaande zijn er geen termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, nu niet op voorhand gesteld kan worden dat de beslissing van de directeur ook voor wat betreft de duur van de disciplinaire straf onredelijk of onbillijk moet worden geacht. Het verzoek zal worden afgewezen.

Met betrekking tot de verrekening van zeven dagen strafcel met een compensatie van € 40,= merkt de voorzitter op dat de standpunten namens verzoeker en de directeur uiteenlopen voor wat betreft de akkoordverklaring van verzoeker hiermee. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter leent de schorsingsprocedure zich niet voor een nader onderzoek naar deze gang van zaken en dient dit in de bodemprocedure aan de orde te komen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. M. Keppels, voorzitter, in tegenwoordigheid van J.A. van der Veen, secretaris, op 20 augustus 2019.

secretaris         voorzitter

Naar boven