Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-18/2008/GA, 12 juli 2019, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Urinecontrole  v

 

nummer:          R-18/2008/GA

betreft: [klager]                                    datum: 12 juli 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn, gericht tegen een uitspraak van 15 oktober 2018 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel ingaande op 30 augustus 2018, wegens een positieve urinecontrole (AR 2018/513). De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 30 augustus 2018 heeft klager een disciplinaire straf opgelegd gekregen wegens een positieve urinecontrole met een score van 291 ug/l op aanwezigheid van cannabis. Op 12 juli 2018 is klager binnengekomen in de p.i. Alphen aan den Rijn. Daarvoor verbleef hij in de p.i. Lelystad. Tijdens de beklagzitting waren eerdere uitslagen van urinecontroles niet voorhanden, daarom heeft de directeur navraag gedaan. Hieruit blijkt dat op 11 mei 2018 bij klager een inkomstenurinecontrole is afgenomen waarvan de uitslag negatief was. Deze controle is toen uitgevoerd, omdat klagers detentie op 26 april 2018 begon. Klager heeft dus tussen de controle van 11 mei 2018 in de p.i. Lelystad en de controle op 28 augustus 2018 in de p.i. Alphen aan den Rijn gebruikt aangezien de uitslag van de laatste urinecontrole aanwezigheid van cannabis laat zien. Klager heeft vanaf 26 april 2018 aaneengesloten in detentie verbleven. Het is niet toegestaan om tijdens het verblijf in een gesloten inrichting drugs te gebruiken. Daarom verzoekt de directeur om het beroep gegrond te verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie te vernietigen. Klager heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.         De beoordeling

Op grond van artikel 8, eerste lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen kan de gedetineerde een disciplinaire straf worden opgelegd indien gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen is vastgesteld, de gedetineerde weigert aan de urinecontrole mee te werken dan wel is gebleken dat de gedetineerde met het urinemonster heeft gefraudeerd. Onweersproken is vast komen te staan dat klager bij binnenkomst in de p.i. Lelystad op 11 mei 2018 negatief heeft gescoord op cannabis bij een urinecontrole. Vervolgens is klager op 12 juli 2018 binnengekomen in de p.i. Alphen aan den Rijn en is hem op 29 augustus 2018 medegedeeld dat hij met 291 ug/l positief heeft gescoord op cannabis bij het herhalingsonderzoek van 20 augustus 2018. Naar aanleiding van deze positieve score heeft de directeur een disciplinaire straf opgelegd van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 30 augustus 2018.
Gelet op de inmiddels verstreken tijd sinds de vorige, negatieve, urinecontrole in de p.i. Lelystad heeft klager tijdens detentie cannabis gebruikt. Gelet op het voorgaande is de oplegging van de disciplinaire straf niet onredelijk of onbillijk. De beroepscommissie zal het beroep gegrond verklaren.

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. dr. J. de Lange, voorzitter, mr. J.W. Wabeke en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.C. Vogel, secretaris, op 12 juli 2019.

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven