Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-19/4390/GB, 23 september 2019, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         R-19/4390/GB

Betreft:            [klager]            datum: 23 september 2019

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, […], verder te noemen klager, gericht tegen een op 6 augustus 2019  genomen beslissing van de Minister voor Rechtsbescherming (de Minister), en van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De Minister heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard afgewezen.

2.         De feiten

Klager is sinds 16 april 2019 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de locatie Roermond.

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.

Klagers ouders beschikken niet over een auto omdat zij niet mogen autorijden. Zij zijn dus afhankelijk van het openbaar vervoer. Dit kost hen iedere week veel tijd en geld. Klagers vriendin beschikt niet over een auto, omdat overal beslag op is gelegd.

3.2.      Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.

Klager is preventief ingesloten voor het parket Limburg, en daarmee is zijn plaatsing in het h.v.b. van de locatie Roermond een juiste (regionale) plaatsing geweest. Eventuele problemen ten aanzien van het bezoek zijn inherent aan het ondergaan van detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. In het beroepschrift wordt niet onderbouwd dat klagers bezoek niet in staat is om te reizen, anders dan de reistijd en het feit dat zijn ouders niet mogen autorijden. Daarbij blijkt uit de bezoekerslijst dat klager bijna iedere week bezoek van zijn familie en vriendin ontvangt. Indien klager binnenkort wordt veroordeeld, kan hij zijn voorkeur uitspreken voor de gevangenisafdeling van de locatie Sittard.

4.         De beoordeling

4.1.      Klager heeft verzocht om overplaatsing naar het h.v.b. van de locatie Sittard, kort gezegd omdat de locatie Sittard makkelijker te bereiken is voor zijn familie en vriendin.

4.2.      Klager is conform artikel 24, eerste lid, van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing preventief gehecht in het h.v.b van de locatie Roermond in verband met een strafvervolging in het arrondissement Limburg. Klagers plaatsing in het h.v.b. van de locatie Roermond is derhalve een juiste regionale plaatsing geweest. Van bijzondere omstandigheden die zouden moeten leiden tot toewijzing van klagers verzoek is naar het oordeel van de beroepscommissie niet gebleken. Hierbij neemt zij in aanmerking dat - blijkens het in het dossier gevoegde bezoekersoverzicht - klager periodiek bezoek ontvangt van zijn familie en vrienden/kennissen. Eventuele bezoekproblemen zijn onvoldoende feitelijk onderbouwd. Van andere bijzondere omstandigheden die zouden moeten leiden tot toewijzing van het verzoek is evenmin gebleken. De bestreden beslissing kan daarom, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C. Fetter, voorzitter, J.G.A. van den Brand en drs. M.R. van Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Smeijers, secretaris, op 23 september 2019.

            secretaris         voorzitter

Naar boven