Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/2056/JB, 11 december 2003, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/2056/JB

Betreft: [klager] datum: 11 december 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 29 augustus 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingedienddoor mr. J.M.L.G. de Jong, namens

[...], geboren op [1984], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing d.d. 22 augustus 2003 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 november 2003, gehouden in de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Den Engh te Den Dolder zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman voornoemd, en de heer [...],selectiefunctionaris, die werd bijgestaan door mevrouw [...], juridisch medewerker bij het ministerie van justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de normaal beveiligde afdeling van de behandelinrichting Overberg te Overberg afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 20 mei 1999 gedetineerd. Bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak d.d. 26 februari 2001 is aan klager de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (p.i.j.-maatregel) opgelegd tot 26 februari2003, op welke datum de (maximaal 4-jarige) p.i.j.-maatregel is verlengd met een jaar tot 26 februari 2004.

Klager verbleef vanaf 26 augustus 2002 in de beperkt beveiligde behandelinrichting Rentray, locatie Sophiahuis, te Apeldoorn. Van daaruit is hij op 8 mei 2003 ter herselectie overgebracht naar de j.j.i. Het Poortje te Groningen. Bijbeslissing d.d. 18 juli 2003 is klager geherselecteerd voor de normaal beveiligde afdeling van de behandelinrichting Overberg, alwaar hij op 1 september 2003 is geplaatst.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Uit de stukken is niet duidelijk geworden op welke gronden het traject dat klager in Rentray doorliep, moest worden gewijzigd en waarom hij daar is weggeplaatst. De hiervoor aangevoerde omstandigheden zijn gebaseerd op rapportaged.d. 8 mei 2003; deze rapportage is echter nagenoeg identiek aan die van 3 december 2003, op basis waarvan klagers p.i.j.-maatregel is verlengd. Het enige nieuwe feit is de vermeende diefstal van een weekendtas, doch die zaak isinmiddels geseponeerd. Een dergelijke terugval in de fasen van behandeling die klager doorliep, zonder dat daarvoor een duidelijke reden wordt aangevoerd, werkt zeer demotiverend.
Ditzelfde geldt ten aanzien van klagers herselectie. Op grond van de voorhanden rapportage – in Rentray verbleef klager ook in een open setting – was voor hem een behandelplaats aangevraagd in de open afdeling van Overberg. Nanegatief bericht daarover van de zijde van Overberg is klager aansluitend, zonder dat sprake was van nieuwe rapportage of nieuwe feiten, geselecteerd voor en geplaatst in een gesloten behandelafdeling. Een dergelijke niet goedonderbouwde beslissing kan niet in stand blijven. De herselelectiebeslissing moet dan ook worden vernietigd en klager dient alsnog in een (half) open setting te worden geplaatst.

Klager heeft daar nog het volgende aan toegevoegd. In Rentray ging het best wel goed. Hij zat al in fase 4, volgde een opleiding en ging elk weekend op verlof. Ook toen hij door de politie naar Rentray was teruggebracht, na deverdenking van de diefstal van de weekendtas, mocht hij nog op verlof, doch naarna was alles plots anders en werd hij overgeplaatst naar een gesloten inrichting. Hij voelt zich de dupe van allerlei misverstanden en wil zo snelmogelijk duidelijkheid over zijn vervolgtraject krijgen. In Overberg gaat het inmiddels wel goed met hem.

Door en namens de selectiefunctionaris is diens beslissing als volgt toegelicht.
In het verzoek tot herselectie heeft Rentray een vijftal probleempunten in de behandeling van klager aangevoerd. Ook zonder het punt van de vermeende diefstal blijven er voldoende argumenten over die als basis kunnen dienen voor eenherselectie. Daarbij komt dat uit het totaalbeeld van klager, zoals dat uit de rapportage naar voren komt, blijkt dat er in Rentray geen behandelperspectieven meer voor hem waren. Dit laatste is door of namens klager ook nietontkend. Bij het voorbereiden van de herselectiebeslissing is in aanmerking genomen dat vanuit Rentray geen duidelijk advies was gegeven tot herplaatsing van klager in een open dan wel gesloten setting. Overwogen is dat klager inRentray in een beperkt beveiligde afdeling verbleef, welke meer open is dan de beperkt beveiligde afdeling van Overberg. In een dergelijke situatie is het niet ongebruikelijk dat een jeugdige een nieuwe kans krijgt in een zelfdesetting in een andere inrichting. Mocht daar enige twijfel over bestaan, dan wordt bij de beoogde inrichting een vooraanmelding gedaan. Hoewel uit het dossier niet goed valt na te gaan hoe een en ander met betrekking tot klager isgegaan, is uiteindelijk, mede op basis van het advies dat Overberg heeft uitgebracht aan de hand van de rapportage uit Rentray, beslist tot herplaatsing van klager in (eerst) een gesloten behandelafdeling van Overberg. Van daaruitkan eventueel een versnelde doorplaatsing naar een open afdeling worden gerealiseerd. Recente rapportage vanuit Overberg laat overigens een positieve wending in klagers gedrag zien.

4. De beoordeling
Klager ondergaat de p.i.j.-maatregel. Hiervoor zijn de behandelinrichtingen bestemd.
De deelinrichting Overberg heeft zowel behandelafdelingen die normaal beveiligd zijn als beperkt beveiligde behandelafdelingen.

Het beroep is gericht tegen de herselectie van klager voor een normaal beveiligde in plaats van een beperkt beveiligde behandelafdeling van Overberg. In dit verband overweegt de beroepscommissie het volgende.
Klager heeft van augustus 2002 tot mei 2003 in Rentray verbleven, in een open setting. In mei 2003 moest worden geconstateerd dat zijn situatie aan het verslechteren was, zeker gezien de rapportage die in december 2002 over hem wasopgemaakt, en dat hij in deze inrichting niet langer kon verblijven. In het desbetreffende verzoek tot herselectie wordt een vijftal aspecten van klagers negatieve gedrag genoemd en toegelicht. Daaraan wordt de conclusie verbondendat hij nog niet toe is aan een reïntegratiefase, “omdat hij weigert zijn fouten onder ogen te zien en zich in te spannen te werken aan zijn toekomst. Ondanks vele pogingen om hem met de neus op de feiten te drukken en hem weerterug te plaatsen in een eerdere fase, hem te motiveren de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich te nemen, blijft hij bij zijn ontkennende en bagatelliserende houding.” Aan dit herselectieverzoek is geen uitgewerkt adviesomtrent een vervolg-plaatsing gevoegd.

Bij het nemen van een beslissing omtrent de herselectie lag het voor de hand dat klager, waar zijn eerdere verblijf in een open setting op meerdere punten niet goed was verlopen, niet aanstonds weer in een zelfde situatie zou wordengeplaatst. Desondanks is klager, voor wie Overberg als vervolg-inrichting het meest in aanmerking leek te komen, in eerste instantie aangemeld als kandidaat voor plaatsing op een beperkt beveiligde afdeling. Het was raadzaamgeweest, teneinde bij klager geen valse verwachtingen te wekken, als daarbij een slag om de arm was gehouden en aan Overberg was gevraagd te adviseren over klagers behandeling alsook over de setting (open of gesloten) waarin daarmeeeen aanvang moest worden genomen. Wat daar ook van zij, vanuit Overberg is op basis van de beschikbare rapportage omtrent klager een gemotiveerd advies uitgebracht. Hierin werd geconstateerd dat klager nog niet toe was aan plaatsingin de open setting van Overberg. De negatieve gedragingen die hij op de open afdeling van Rentray heeft laten zien, pleiten ervoor om zijn verblijf in Overberg te laten starten vanuit een gesloten afdeling, waarna hij, zo mogelijkversneld, voorwaardelijk kan worden overgeplaatst naar de open afdeling. Vervolgens heeft de selectiefunctionaris overeenkomstig dit advies de aangevochten herselectiebeslissing genomen.
Naar het oordeel van de beroepscommissie is deze beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan de beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, ook niet onredelijk of onbillijk wordengenoemd.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, mr. A.P. van der Linden en dr. N.W. Slot, leden, bijgestaan door mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 11 december 2003

secretaris voorzitter

Naar boven